voorstandersklier of prostaat is een der mannelijke geslachtsklieren. Zij ligt boven het perineum (z dam), tussen de endeldarm en de hals van de urineblaas en omgeeft het begin van de urethra.
De 10-15 uitvoergangen van haar klierbuisjes monden in de urethra uit op een kleine, spoelvormige verhevenheid aan de achterzijde, de zaadheuvel (colliculus seminalis of verumontanum). Op deze plaats monden ook de beide ejaculatiegangen uit, die het secretieproduct van de testikels en zaadblaasjes aanvoeren. Doordat zij aan de achterzijde veel sterker is ontwikkeld dan aan de voorzijde, heeft de voorstanderklier de vorm van een zegelring. Tot aan de puberteit is de prostaat heel klein. Van ongeveer het 20ste tot het 50ste jaar is zij volledig ontwikkeld; de lengte en breedte zijn dan gemiddeld ca 3 cm, de dikte ca 1½cm. Na het 50ste jaar neemt haar omvang vaak sterk toe, vnl. door de woekering van bindweefsel in het centrale gedeelte. Hierdoor kan de urethra worden dichtgedrukt.Deze afwijking komt voor bij 1 op de 3 mannen boven het 60ste jaar en 1 van de 3 mannen met deze zgn. prostaathypertrophie heeft klachten van prostatisme, d.w.z. de urinestraal wordt zwakker, het urineren duurt langer, wordt gevolgd door nadruppelen, er is veelvuldige drang tot urineren en de blaas kan niet meer geheel worden geledigd; er blijft een residu achter in de blaas. Door deze afvloedstoornis kan gemakkelijk een infectie van de urinewegen ontstaan (z blaasziekten). Soms wordt, vooral na het gebruik van alcoholica (bier), de blaas acuut overvuld, waarbij de urinelozing geheel onmogelijk wordt, de zgn. acute retentie, die moet worden opgeheven door het inbrengen van een catheter. Neemt het residu geleidelijk toe, dan kan ten slotte een toestand worden bereikt, waarbij de blaas geheel is gevuld en steeds kleine beetjes urine a.h.w. overlopen, zodat de patiënt incontinent is voor urine, de zgn. ischuria paradoxa (afdruppelen van urine bij volle blaas h Het ziektebeeld van het prostatisme kan ook ontstaan door verbindweefseling van de sluitspier van de blaas, de zgn. sphinctersclerose, die ook bij jonge mannen en zelfs bij vrouwen voorkomt. Wanneer de urinelozing geruime tijd onvolledig is, vermindert de nierfunctie, zodat uraemie kan ontstaan. De vergroting van de klier kan door rectaal onderzoek worden vastgesteld. Doch als alleen de middenkwab vergroot is, kan de blaashals worden afgesloten zonder dat er rectaal een waarneembare vergroting bestaat.
Bij de behandeling moet in de eerste plaats de urine-afvloed door een blijvende catheter worden gewaarborgd. Is het ureumgehalte van het bloed normaal geworden, dan gaat men over tot de plaatselijke behandeling. Deze kan zijn: operatief, waarbij door een snede in de onderbuik de vergrote klier wordt blootgelegd en het vergrote centrum wordt uitgepeld, of instrumenteel, waarbij door een gewijzigde urethroscoop met behulp van een metalen lis en diathermische stroom stukjes van het weefsel worden weggesneden totdat er een voldoende verruiming van de urineweg is bereikt. Bij de sphinctersclerose is deze methode te verkiezen boven de operatie. Bij beginnende hypertrophie kan men gebruik maken van hormoonpraeparaten en wel onder het 75ste jaar van vrouwelijk hormoon, er boven van mannelijk hormoon. Aangezien echter bij kanker van de prostaat, die dezelfde verschijnselen kan geven, het mannelijk hormoon de groei van de kanker versnelt, is een zorgvuldige diagnostiek hierbij wel zeer noodzakelijk.
Het door de voorstanderklier afgescheiden vocht is zwak alcalisch en dient tot verdunning van het sperma, waarvan het de grootste massa vormt; tevens activeert het de spermatozoa. Vele bundels gladde spiervezels rondom de klierbuisjes maken een snelle uitstorting van het prostaatsecreet bij de coitus mogelijk. Op hogere leeftijd vormen zich in de klieren door indikking van het secreet vaak concentrisch gebouwde neerslagen, zgn. amyloied-lichaampjes. Als deze verkalken ontstaan er prostaatstenen, die op een röntgenfoto zichtbaar zijn; zij geven zelden aanleiding tot klachten.
Even onder de prostaat, waar het onderste zwellichaam van de penis (de bulbus urethrae) begint, bevinden zich de beide klieren van Cowper; deze zijn ongeveer zo groot als een erwt en scheiden een slijmig vocht af, dat bij het sperma wordt gevoegd (z ook prostaat).