zijn de meestal parig aangelegde organen (z geslachtsorganen), waarin de mannelijke zaadcellen (zaadbal of testis) of de vrouwelijke eicellen (eierstok of ovarium) geproduceerd worden. Bovendien hebben, althans bij de hogere dieren, de geslachtsklieren een grote betekenis als klieren met inwendige afscheiding (z hormonen).
De geslachtshormonen, die zij produceren, beïnvloeden het individu in velerlei opzicht en doen bepaalde voor het mannelijk of vrouwelijk geslacht kenmerkende eigenschappen in lichaamsbouw en lichamelijke en geestelijke verrichtingen op de voorgrond treden (z geslachtskenmerken).