(V.N.V.) was een politieke groepering in het Vlaamse landsgedeelte van België, ontsproten uit de Frontpartij, die onmiddellijk na Wereldoorlog I was tot stand gekomen. In die periode tekenden zich onder de Vlaamsgezinden twee richtingen af.
De minimalisten wilden aan de Vlaamse grieven een einde maken door regeringsmaatregelen, zonder het bestaan en de vorm van de staat te wijzigen. De nationalisten, onder wie talrijke activisten van Wereldoorlog I, wilden zelfbestuur, of ten minste een federaal statuut voor België. De stemming van enkele taalwetten in de na-oorlogse periode, en de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit te Gent achtten de nationalisten onvoldoende. Reeds in 1919 hadden zij enkele vertegenwoordigers in het parlement, onder wie Staf de Clercq en Joris van Severen; in 1929 bezetten de „fronters” 11 zetels in de Kamer der Volksvertegenwoordigers en 3 in de Senaat. In 1933 verbrokkelde de partij. Van Severen richtte het Verdinaso op en De Clercq stichtte het V.N.V.
Bij de wetgevende verkiezingen van 1936 behaalde het V.N.V. 16 zetels in de Kamer en 5 in de Senaat; in die van 1939, 17 in de Kamer en 8 in de Senaat. Tussen de twee verkiezingen in werd, samen met de rexistische parlementsleden, een rusteloze oppositie tegen de achtereenvolgende regeringen gevoerd. Bij het uitbreken van Wereldoorlog II werden talrijke V.N.V.-leiders als verdacht aangehouden en weggevoerd. Geleidelijk ontwikkelde zich een steeds verder gaande collaboratie met de bezetter.Op 10 Mei 1941 werden het V.N.V., Rex-Vlaanderen en wat er van het Verdinaso overbleef in een enkele organisatie verenigd, die de naam V.N.V. kreeg en onder de leiding van Staf de Clercq kwam te staan. Op io Sept. van hetzelfde jaar bepaalde deze uitdrukkelijk het doel en het programma van het V.N.V.: behoud van de Nederlandse taal en cultuur in de belijdenis van het Nederlandse wezen der Vlamingen, vestiging van de nationaal-socialistische orde en inschakeling van de volksgemeenschap in het complex der Germaanse volkeren. Meteen veroordeelde hij iedere politiek van annexatie bij Duitsland of verduitsing, die door nieuwe groeperingen (N.S.V1. Arbeiderspartij en de Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap) werd voorgestaan of wetens voorbereid. In het tijdsverband gezien, was voor hem de hoofdopgave de Duitse overwinning. Hij spoorde dan ook de leden en sympathisanten van de beweging aan, dienst te nemen in militaire- of para-militaire formaties (Vlaams Legioen, Vlaamse Wacht, Fabriekswacht, enz.).
In Oct. 1942 stierf Staf de Clercq en werd de leiding van het V.N.V. overgenomen door Hendrik Elias. Tijdens de leiding van deze laatste verscherpten de tegenstellingen in de schoot van de partij zelf wegens de dubbelzinnigheid van de politiek van de bezetter, die meer en meer de extremistische groeperingen (De Vlag, Algemene S.S., enz.) aanmoedigde, terwijl deze van hun kant tegen het V.N.V. de strijd aanbonden.
Met de Duitse ineenstorting verdween ook het V.N.V., waarvan talrijke leiders en leden door het Belgische krijgsgerecht werden veroordeeld.
H. BOSSIER.