is de benaming voor een groep van veertien heiligen, die men in de Middeleeuwen vooral in Duitsland bijzonder vereerde, wijl men aannam, dat zij speciaal in noodgevallen bijstand verleenden aan wie hun voorbede inriep. Gewoonlijk bestaat de reeks uit de volgende heiligen : Georgius, Blasius, Erasmus, Pantaleon, Aegidius, Vitus, Ghristophorus, Dionysius, Cyriacus, Achatius, Eustachius, Catharina, Margaretha en Barbara.
Als zodanig komen zij reeds aan het einde der 13de eeuw voor, maar hun verering vond in de Duitse landen eerst algemeen ingang naar aanleiding van een verschijning, die de schaapherder van het Cisterciënserklooster Langheim in Oberfranken in 1445 zou hebben gehad. Op de plaats der verschijning werd de bedevaartskerk Vierzehnheiligen gesticht. Buiten Duitsland komen de Noodhelpers in de kunst weinig voor. De R.K. kerk te Jutphaas is in het bezit van een vroeg-16de-eeuws altaarstuk der Veertien Noodhelpers, dat afkomstig heet te zijn uit de bedevaartskerk te Neunkirchen bij Würzburg.Lit.: H. Weber, Die Verehrung d. heil. 14 Nothelfer (Kempten 1886); J. Braun, Tracht u. Attribute d. Heil. i. d. dtschen Kunst (Stuttgart 1943).