Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VINCENTIUS A PAULO

betekenis & definitie

(in het Frans: de Paul), Heilige, vermaard wegens zijn organiserende werkzaamheid op het gebied der charitas (Pouy, bij Dax, 24 Apr. 1581 - Parijs 27 Sept. 1660),viel in 1605, vijf jaar na zijn priesterwijding, in handen van zeerovers en werd te Tunis als slaaf verkocht. Na zijn bevrijding, twee jaar later, was hij een tijdlang werkzaam als pastoor en als huisgeestelijke bij een voorname familie.

Sinds 1619 trad hij op als aalmoezenier van de gevangenen op de galeien, aan wier lotsverbetering hij al zijn zorgen wijdde. Door het houden van volksmissies en geestelijke oefeningen, waarbij zijn preken zich onderscheidden door eenvoud en innigheid, bezielde hij vele Franse Katholieke leken en priesters met nieuwe geloofsijver. Zijn grote bekendheid verwierf hij door de verschillende stichtingen, waarvan hij de grondslag legde en die thans nog haar weldoende actie met kracht voortzetten. Deze zijn: de vorming van de eerste „Confrérie de la Charité” voor leken-dames (1617) en een dergelijke, drie jaar daarna, voor leken-heren tot verlichting van de behoeften der armen en het lijden der zieken, een opzet, die anderen later in de thans bloeiende Elisabeth- en Vincentiusverenigingen tot een hoge ontwikkeling zouden brengen; verder de oprichting van een missiecongregatie (1624), waaruit de heden nog bestaande orde der Lazaristen ontstond en ten slotte in 1633 de stichting van de zustercongregatie van St Vincentius a Paulo („Filles de Charité”; in Duitsland: „Barmherzige Schwestern”) in samenwerking met de heilige weduwe Louise Le Gras-de Marillac. Hij bestreed het Jansenisme en stond koning Lodewijk XIII bij in zijn sterfuur. Hij werd in 1729 zalig- en in 1737 heilig verklaard.

Paus Leo XIII verhief hem tot patroon van alle verenigingen van liefdadigheid en van de ziekenhuizen. Zijn feestdag is 19 Juli. Zijn gebeente rust voor het grootste gedeelte in de kerk der Lazaristen te Parijs, zijn hart in de kathedraal van Lyon. H. J. J. WACHTERS

Bibl.: Zijn correspondentie, onderrichtingen en documenten werden uitgeg. d. P. Goste (14 dln, Paris i920-’25).

Lit.: P. Coste, Monsieur Vincent (3 dln, 21934); L. von Pastor, Gesch. der Päpste XIII, 1, blz. 562-584 (1928); M. P. van Buy ten en, Sint Vincent, de heilige van de gouden eeuw (Nijmegen 1938); N. de Rooy, Monsieur Vincent. Het epos der menselijke goedheid (’s-Gravenhage 1949).

Sint Vincentiusvereniging,

een R.K. vereniging die tot doel heeft de eigen heiliging van de leden en die van anderen te bevorderen door de daadwerkelijke beoefening der Christelijke naastenliefde naar de geest van de H. Vincentius a Paulo.

Zij legt zich in de eerste plaats toe op de leniging van de geestelijke en stoffelijke nood van arme of in moeilijke omstandigheden verkerende gezinnen, en wel door deze persoonlijk te bezoeken, en zij tracht verder haar doel te bereiken door oprichting van scholen voor de jeugd, door kinderbescherming, door uitzending van zwakke kinderen naar vacantieverblijven, door het oprichten van bibliotheken, door werk onder de ontheemden, door het verlenen van financiële hulp aan afdelingen in verarmde landen enz. De eerste afdeling, geheel bestaande uit jonge mannen, werd in Mei 1833 te Parijs onder de bezielende leiding van de student Frédéric Ozanam opgericht en had tot opzet de leden door conferenties vertrouwd te maken met de Katholieke geloofswaarheden ter verdediging tegen de dwalingen van die tijd. Later werd hieraan, om de geloofsovertuiging ook door daden te bevestigen, het armenbezoek toegevoegd, dat weldra typerend voor het werk der Vincentiusvereniging zou worden. De naam „conferentie”, die nog heden aan een afdeling wordt gegeven, herinnert nog aan die oorsprong. Binnen 20 jaar was de Vincentiusvereniging over bijna geheel Europa, Amerika en Canada verspreid. Zij telt op het ogenblik ca 13 000 conferenties in alle landen van de wereld.

< >