Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Vilhelm f. k. bjerknes

betekenis & definitie

Noors natuurkundige (Oslo 14 Mrt 1862), studeerde aan de universiteit te Oslo en was hoogleraar in de mechanica en mathematische physica aan de universiteit te Stockholm van 1893-1907, aan die te Oslo van 1907-1912; in de geophysica te Leipzig van I9i3-igi7,aan het geophysisch instituut te Bergen van 1917-1926; in de natuurkunde aan de universiteit te Oslo van 1926-1932. Van 1906 af was Bjerknes „Research Associate” van de Carnegie Institution te Washington.

Het uitgangspunt van zijn wetenschappelijk werk vormde de afronding en uitgave van het levenswerk van zijn vader, C. A. Bjerknes, over de zgn. hydrodynamische „afstandskrachten”. In aansluiting hieraan kwamen zijn onderzoekingen over het circulatiebegrip in de hydrodynamica, die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de formulering van bepaalde wetmatigheden in de atmosferische en oceanische bewegingen. In het verdere verloop van zijn theoretisch werk heeft hij veel aandacht besteed aan de juiste wijze van bewerken van meteorologisch en oceanografisch waarnemingsmateriaal; in verband hiermee was hij het, die het gebruik van de eenheden millibar en geodynamische meter voorstelde. Belangrijk werd vervolgens de periode, dat hij geophysica doceerde te Leipzig en directeur van het juist opgerichte geophysische instituut aldaar was. In Wereldoorlog I genoodzaakt naar Noorwegen terug te keren (1917), zag Bjerknes zich daar voor een nieuwe taak geplaatst: het ontwikkelen van een uitgebreide weerdienst voor West-Noorwegen, hetgeen hij samen met Hesselberg volbracht (1918).In Bergen vormde zich onder zijn leiding een werkgemeenschap van grotendeels jonge meteorologen (waaronder zijn zoon Jakob Bjerknes*), de „Bergense School”, die, dankzij het nauwe contact van theorie en waarneming, zeer vruchtbaar werk heeft gedaan voor de vooruitgang der synoptische meteorologie, met name wat betreft de leer der luchtsoorten, fronten en frontale storingen.

Bjerknes Sr hield zich bij dit meer practische werk zelf enigszins op de achtergrond. Van zijn latere werk zijn het belangrijkst zijn grote theoretische studie over de dynamica van de cirkelvormige wervelbewegingen (1921) en de ontwikkeling van de methode der zgn. „storingsvergelijkingen” ter vereenvoudiging van hydrodynamische problemen.

Bibl. (niet volledig): Vorlesungen üb. hydrodyn. Fernkräfte n. G. A. Bjerknes’ Theorie (Leipzig 1900-1902); Ueb. d. Bildung v.

Zirkulationsbeweg, u. Wirbeln in reibungslosen Flüssigk. (Kristiania Oslo 1898); Die Kraftfelder (Braunschweig 1909); (met Sandström, Hesselberg en Devik) Dynamic Meteorology and Hydrography (Washington 1910-1911); On the Dynamics of the Circular Vortex with Application to the Atmosphere and Atmospheric Vortex- and Wavemotions, Geofysiske Publikasjoner II, Q04 (1921); (met J. Bjerknes, H. Solberg en T. Bergeron) Physikalische Hydrodynamik (Berlin 1933).

< >