Deens schilder (Kopenhagen 15 Mei 1864 - 13 Febr. 1916), studeerde aan de academie te Kopenhagen onder Fr. Vermehren en aan P.
S. Kroyer’s kunstschool aldaar. Hij schilderde veel aan het huiselijk leven ontleende voorstellingen (interieur met figuur) van een teder-droefgeestig karakter, aanvankelijk hoofdzakelijk in grijzen, later wat kleuriger, waarin vooral naar uitdrukking van licht en lucht gestreefd is en die door intimiteit uitmunten. Eenzelfde sobere stijl tonen portretten en naakten (zijn grote portretgroep van vijf kunstenaars, in de Thiel-Galerie te Stockholm). Hij beoefende voorts, in gelijke geest, de landschap- en architectuurschiiderkunst (dromerige gezichten op Deense koningssloten). Voor het stadhuis te Kopenhagen vervaardigde hij twee wandschilderingen met voorstellingen van de Kopenhaagse armenhuizen. Schilderijen van hem bevinden zich in de musea van Kopenhagen, Oslo en Stockholm (Kamer met breiende Vrouwen).
