(1) oud Frans graafschap, ontleende zijn naam aan de evenzo genoemde stad en werd door Frans I ten gunste van Karel van Bourbon tot een pairiehertogdom verheven (1515). Toen Karels kleinzoon, Hendrik IV, koning van Frankrijk was geworden (1589), schonk hij het aan de oudste zoon van hem en Gabrielle d’Estrées.
Deze, César, hertog van Vendôme (Concy-leChâteau 1594 - Parijs 1665) was de stamvader van het jongere huis-Vendôme, dat in 1727 uitstierf.(2), stad in het Franse dep. Loir-et-Cher, aan de Loir, kruispunt aan de spoorlijn ChâteaudunTours, telt (1946) 10 315 inw. De bevolking leeft van kaasbereiding en industrie (handschoenen, papier).
Op de plaats, waar nu Vendôme ligt, werd in 1140 een Benedictijnerabdij gesticht. Hiertoe behoorde de merkwaardige kerk Ste Trinité, waaraan van het einde der 12de tot de 15de eeuw gebouwd is, zodat hier de gehele ontwikkeling van de Gothiek is te volgen. Vóór de kerk staat de prachtige klokketoren (midden 12de eeuw). Het interieur (koor 13de, schip 14de en 15de eeuw) is zeer licht en heeft nog vroege gebrandschilderde ramen en prachtige koorbanken uit het einde der 15de eeuw. De gevel is in rijke flamboyantstijl gebouwd. Het centrum van de stad is in Wereldoorlog II zwaar beschadigd.
Lit.: G. Plat, L’église de la Trinité de Vendôme (Paris 1934); W. Gross, Die abendländische Architektur um 1300 (Stuttgart 1948;.