Groningse gemeente van 4810 ha met (1952) 15 070 inw., v. w. (1947) 6,5 pct R.K., 66 pct Prot., 27,5 pct andersdenkenden, ligt in het centrum der Veenkoloniën langs het Westerdiep, het Oosterdiep en de dwarsdiepen en aan de spoorlijn Zuidbroek - Stadskanaal voor goederenvervoer. Personenvervoer naar Assen en Groningen geschiedt per autobus.
Zij is in hoofdzaak langs de kanalen gebouwd, doch bezit in de tussenge-legen gedeelten fraaie villawijken en parken. Het is de zetel van een Kamer van Koophandel voor de Veenkoloniën, van de Veenkoloniale Boerenbond, aardappelmeel verkoopbureau en van verschillende onderwijsinstellingen (w.o. Winkler Prins Lyceum). Veendam heeft landbouw, kwekerijen (boom- en rozen-) en een belangrijke industrie (strocarton, aardappelmeel, dextrine en andere aardappelmeelproducten, papier, cartonnages, tricotage, machines, knopen, houtzagerij, baksteen enz.) en handel (aardappelmeel, granen, kunstmest). Bovendien is het een winkelcentrum voor de omgeving. De plaats Veendam, tot 1655 Bovenmuntendam geheten, had in de 19de eeuw een belangrijke zeevaart en telt (1953:15 150 inw.). Verder behoren tot de gemeente de oude veenkoloniën Ommelanderwijk (1100 inw.), Borgercompagnie ged. (730 inw.), Zuidwending (910 inw.), alsmede een aantal buurten.
Lit.: I. Sannes, De opkomst van V. (Veendam 1830).