carbamide (Duits Harnstoff, Eng. urea), H2N.CO.NH2, is het zuuramide van koolzuur en komt als voornaamste eindproduct van de stikstofwisseling voor in de urine van mensen (tot 30 g per dag, ontdekt door Rouelle, 1773) en van de verdere zoogdieren, maar ook in bloed; het is aangetoond in planten, vooral in paddenstoelen.
Technisch wordt het op grote schaal gemaakt door verhitting van ammoniumcarbonaat of ammoniumcarbaminaat uit C02 en NHS (z carbaminezuur), onder druk op 130 gr. - 150 gr. G. Synthetisch is het door Wöhler in 1828 gemaakt uit ammoniumcyanaat. Het is een kleurloze, goed kristalliserende, goed in water oplosbare verbinding, die bij 132 gr. G. smelt en daarbij onder ammoniakontwikkeling het bij 193 gr. G. smeltende biureet, H2N.CO.NH.CO.NH2 geeft, dat gekenmerkt is door de biureetreactie, een violette kleur met loog en weinig kopersulfaat, een reactie, die ook door eiwitten wordt gegeven.
Ureum wordt gemakkelijk verzeept tot koolzuur en water; dit gebeurt door koken met loog, maar ook door het enzym urease, dat voorkomt in sojabonenmeel, maar ook in de in rottende urine levende ureococcen. Door deze laatste gaat de normaal zuur reagerende urine na enige tijd basisch reageren; er ontstaat ammoniumcarbonaat en de urine ruikt sterk naar ammoniak. Vervangt men in een zuur de hydroxylgroep door de ureumrest, zo verkrijgt men de zuurureïden, waarbij vooral de cyclische zuurureïden bijzondere biologische betekenis hebben (z barbituurzuur, uracil). Ureum wordt gebruikt als kunstmest wegens het zeer hoge stikstofgehalte van 46,7 pct. Merkwaardigerwijze kan het in de voeding van rundvee een deel van het eiwit vervangen.
Verder geeft het met formaldehyd de ureum-formaldehydharsen, wat belangrijke synthetische harsen zijn. Thioureum, thiocarbamide, H2N.CS.NH2, sm.pt 172 gr. C., de analoge zwavelverbinding, wordt bereid door verhitting van ammoniumrhodanaat en, zij het op kleinere schaal, ook gebruikt voor de bereiding van synthetische thioureum-formaldehyd harsen.
DR J. VAN ALPHEN.