(Mongools: „Stad van de Rode Held”), tot 1924 Oerga, hoofdstad van de Volksrepubliek Mongolië (Buiten-Mongolië). Zij ligt op 1325 m hoogte aan een zijrivier van de Tola, heeft ca 100 000 inw. en is een kruispunt aan de belangrijke karavaanweg Peking - Kiachta, aan de Siberische grens, deels geschikt voor auto’s.
Een spoorlijn (enkelsporig) verbindt de stad met Ulan Ude. De stad bezit een universiteit (ca 600 studenten), een militaire school met Russische adviseurs, een medische en een veeartsenijkundige school, een modem theater (1932), een radiostation en een vliegveld. Er is een aanzienlijke handel in wol en leder. Ulan Bator Choto is een centrum van Lamaïsme: de kloosterkwartieren Gandom en Dsoen Koere herbergen ca 15 000 lama’s. Beroemd is het klooster Sjarsoem met de mummie van de Maidairi-Hoetoektoe. In de omgeving zijn bruinkoolvelden. In 1921 bezette een Wit-Russisch leger onder Frh. Ungern-Sternberg de stad; dit leger werd nog in hetzelfde jaar door de Russen verslagen (z Mongolië, geschiedenis) .