troubadour (bij Rocamadour, Languedoc, eind 12de eeuw - in Italië, midden 13de eeuw), dichtte cansos (minneliederen), die zich van die der andere troubadours onderscheiden doordat de meeste er van tot een groep kunnen samengevat worden, die ons de geschiedenis tekent van Uc’s liefde voor een coquette vrouw. Waarheid of verdichting ? Of beide ? Ook sirventés (hekeldichten) heeft hij geschreven, o.a. die waarin hij de onmenselijke wreedheden van Ezzolino, tiran van Treviso, aan de kaak stelt.
Ten slotte is hij de auteur van enige levensbeschrijvingen van troubadours, misschien ook van zijn eigen levensbeschrijving. Het grootste gedeelte van zijn leven bracht hij door in Italië, huwde daar een Trevisaanse schone en is er ook gestorven.Bibl.: Uitg. m. uitv. inl. en vert. in het Frans d. A. Jeanroy en J. J. Salverda de Grave (Toulouse 1913), vgl. J. J. Salverda de Grave, Inl. tot een uitg. der gedichten v. d. troubadour U. de S.C. (Amsterdam 1912, Versl. en meded. der Kon. Akad. v. Wetenschappen, IV, II).