Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LANGUEDOC

betekenis & definitie

is een vroegere Zuidfranse provincie, destijds omgeven door Provence, Dauphiné, Auvergne, Gascogne, Guyenne, Lyonnais en de Middellandse Zee en een oppervlakte beslaande van ca 45 800 km’, ontleende haar naam aan het aldaar gebruikelijke dialect, la langue d’oc. Thans liggen op het gebied van Languedoc de departementen: Lozère, Gard, Ardèche, Hérault en Haute-Garonne, Haute-Loire, Tarn en Aude, alsmede gedeelten van Ariège (in het Z.). Men onderscheidde vroeger nog Neder- en Opper-Languedoc.

Het bestaat uit kalkplateau’s (garrigues), alluviale vlakten met een mediterraan klimaat. Vroeger was het een der korenschuren van Rome, doch sedert 1685 werd de wijnbouw er sterk uitgebreid en deze overheerst thans, vooral in West-Languedoc. De garrigues zijn meest winterweide voor de schapenkudden van de vlakte en hebben een armelijke begroeiing. Nimes, Montpellier, Narbonne en Carcassonne zijn de voornaamste steden.Lit.: G. de Vic en J. Vaissete, Hist. générale de L. (5 dln, 1730-45. herdr. 10 dln I840-46, 16 dln 1873-1905); P. Gachon, Histoire de L. (1921); C. en C. Géniaux, Visions de L. (Aurillac 1934); P. Jalabert. Le L. à travers les temps (1937); P- George, Etudes géographiques sur le Bas-L. (1938).

< >