Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Twente

betekenis & definitie

is het oostelijk deel der provincie Overijsel. In de Middeleeuwen was het een graafschap. dat in 970 ten dele door graaf Balderik, bisschop van Utrecht, aan het Sticht werd afgestaan.

In het midden der 13de eeuw werd het andere deel, het graafschap Goor, dat tot die tijd van Utrecht onafhankelijk was gebleven, er eveneens bij ingelijfd. Voorheen een agrarisch gebied met esdorpen en kleine marktstadjes, is het thans een industriestreek met overwegend textielnijverheid en machine-industrie (z Overijsel).Twente-kanalen

Na een lange voorgeschiedenis kwam in 1919 een wet tot stand welke de aanleg gelastte van een scheepvaartkanaal van Twente naar de Rijn bij Pannerden met een verbinding naar de IJsel bij Zutphen. Hierdoor zou het Twentse industrie- en landbouwgebied een goede scheepvaartweg krijgen naar het Westen, Noorden en Zuiden van Nederland en met Duitsland. In 1928 werd met de uitvoering begonnen. Het kanaalgedeelte Almen-Pannerden dat ongeveer parallel loopt met de Geldersche IJsel is niet uitgevoerd; in plaats daarvan zullen de IJsel en de Oude IJsel worden gekanaliseerd. Ook de geprojecteerde zijtakken naar Oldenzaal en Borne zijn achterwege gelaten. De Twente-kanalen bestaan dus thans uit het kanaal van Enschede via Hengelo en Delden naar Zutphen, en de zijtak naar Almelo. Het kanaal Enschede-Zutphen kwam gereed in 1936, de zijtak in 1939. Er zijn in het hoofdkanaal drie schutsluizen: te Eefde, Delden en Hengelo. De breedte in de bodem is 18 m, de diepte 3.30 m, zodat het geschikt is voor schepen van 1200 ton. Breedte en diepte kunnen echter zodanig worden vergroot, dat schepen van 2000 ton het kanaal kunnen bevaren. De zijtak naar Almelo is 20 m breed en 3,00 m diep, en is geschikt voor schepen tot 800 ton.

Het scheepvaartkanaal is ook dienstbaar gemaakt aan de afwatering van de doorsneden landstreek, welke tevoren des winters van overstromingen te lijden had, doordat de Regge, Schipbeek en Berkel het water niet konden verwerken.

Lit.: W. H. Dingeldein, T. in woord en beeld (Hengelo 1953).