Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GOOR

betekenis & definitie

is een gemeente in Overijsel, telt op 391 ha (1950) 5369 inw., waarvan 3/5s Prot., 1/4 R.K. en de rest zonder gezindte; zij wordt vrijwel geheel omsloten door de gemeente Markelo. De bodem bestaat uit zand en (langs de Regge) beekklei.

Het stadje Goor, dat de enige kern der gemeente vormt en aan de Regge en de spoorlijn Zutfen-Hengelo is gelegen, verkreeg reeds in 1263 stadsrechten. Het bestaat bijna geheel uit textielnijverheid, welke haar oorsprong verschuldigd is aan Thomas Ainsworth, die er in 1833 de eerste calicoweverij oprichtte, terwijl de Nederlandsche Handel-maatschappij er een weefschool stichtte. Men vindt er katoenen nettenweverij, katoenblekerij, confectie-industrie en een zuivelfabriek. In 1935 werd een grote landelijke industrie voor asbestcementplaten en buizen gevestigd.

Daarnaast mogen ook de grote op export werkende poeliersbedrijven worden genoemd. In de nabijheid ligt het in hoofdzaak I7de-eeuwse kasteel Weldam, met zeer fraaie tuinen en bossen. Ook folkloristisch heeft Goor nog enkele oude gebruiken weten te handhaven, o.m. „Paasvuur” ontsteken, „Foekepot” op oudejaarsavond, traditioneel „Schoolfeest” midden Juli.Lit.: Documentatie v. industrieterreinen en andere industr. vestigingsfactoren. Prov. Overijssel, gem. Goor.

Rapport Econ. technol. Inst. Overijssel (Zwolle 1942).

< >