behorende tot het geslacht Liriodendron, dat slechts twee soorten omvat, van de familie der Magnoliaceae. De in het Oosten der V.S. inheemse soort L. Tulipifera L. werd in 1783 in Europa ingevoerd en wordt in Nederland veel in parken aangetroffen.
De onbehaarde, lichtgroene, vierlobbige, grote bladeren met ingesneden top zijn zeer karakteristiek, evenals de rechtopstaande, kelkvormige, gedeeltelijk groen en oranje gekleurde bloemen. In het najaar valt hij op door de bijzonder fraaie, helder gele tot oranje kleur der bladeren. In zijn vaderland, waar hij tot zware bomen met een hoogte tot 60 m uitgroeit, is zijn licht en zacht hout, ten onrechte „Yellow poplar” genaamd, zeer gezocht voor allerlei doeleinden. Het wordt in Nederland ingevoerd en verhandeld onder de verwarringstichtende naam „Amerikaans populieren”.PROF. IR J. H. JAGER GERLINGS
Lit.: Houtzagers en De Koning, De Boomsoorten (Arnhem 1943).