Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tribynus

betekenis & definitie

bij de Romeinen oorspronkelijk hoofd van een tribus en als zodanig ook bij hen in functie. Gewoonlijk echter wordt hieronder een tribunus plebis (volkstribuun) verstaan.

Dit ambt zou volgens de overlevering in 494 v. Chr. zijn ingesteld, nadat de plebs, door de patriciërs onderdrukt, uit de stad was gegaan (secessioplebis in montem Sacrum); volgens anderen in 471 na de instelling van 4 tribus urbanae. Het was bedoeld als bescherming der plebs. Daarom hadden de tribuni (eerst twee of, waarschijnlijker, vier in verband met de 4 stadstribus, sinds 449 tien, wellicht in verband met de stichting der tribus rusticae) het recht de plebs bijeen te roepen in de concilia plebis (vergaderingen van de plebs) voor het nemen van besluiten en binnen de stad hulp te brengen aan ieder plebejer, die door een magistraat (doch niet dictator) werd bedreigd; zij kwamen dus tussenbeide (intercessio) tegen besluiten der magistraten, later ook van de senaat en hadden hiervoor het recht van veto (ik verbied); weerspannige magistraten konden zij door gevangenneming en boete dwingen. Hun huis moest steeds open blijven en zij mochten zich niet buiten Rome begeven; ieder tribuun had het recht van veto, doch daar hij dit ook tegenover een collega bezat (z Gracchus), was, in geval van een positieve handeling (bijv. een wetsvoorstel), eenstemmigheid tussen de tribunen nodig. Uiteraard steeg de invloed der tribunen, toen de besluiten der plebs tot wet werden verklaard (286 v. Chr. door de lex Hortensia): sindsdien speelde het tribunaat een belangrijke rol in de Romeinse wetgeving. De tribunen waren sacrosanct (onschendbaar); uiteraard konden alleen plebejers tribuun worden.De senaat slaagde er in om dit in wezen revolutionnaire ambt in de Romeinse constitutie in te schakelen en het zelfs aan zichzelf dienstbaar te maken in het fnuiken van magistraten, die de wil van de senaat trotseerden: ongeveer twee eeuwen lang was het tribunaat veeleer een behoudend dan een revolutionnair element. Maar in de laatste eeuw van de republiek (sinds 133 v. Chr.) hernam het zijn revolutionnaire allures.

De tribunicische macht werd één van de hoofdpijlers van het Principaat.

Lit.: Ernst Meyer, Röm. Staat und Staatsgedanke (1948).

< >