Trebizonde of Trapezunt (Turks: Trabzon, Gr.: Trapezoés), stad in Turkije (Klein-Azië), ligt aan de Z.O.kust van de Zwarte Zee en telt (1940) 33040 inw. (onder wie veel Perzen). De stad bezit nauwe straten, tal van kerken en moskeeën, aanzienlijke bazars, een oud vervallen kasteel en veel industrie (wol-, linnen- en zijdeweverij, looierij, ververij, scheepswerven), handel en visserij.
Door haar gunstige ligging is zij een stapelplaats van de handel tussen Europa en Voor-Azië; de laatste tijd verliest zij echter aan betekenis door het concurrerende Batoem in Transkaukasië.Tot 1922 telde Trebisonde 50 000 inw., v.w. 16 000 Grieken en 3000 Armeniërs, die of vermoord werden of naar Griekenland vluchtten of met Turken geruild werden in 1923 na de ramp der Grieken in Klein-Azië (1922) (z Griekenland, geschiedenis).
Toen in 1204 Constantinopel door de Fransen op de 4de Kruistocht werd ingenomen, kwam te Trebisonde een Griekse prins, Alexios Gomnenos, zoon van Manuel, die door de inwoners met enthousiasme werd ontvangen en die zich daar vestigde. Hij en zijn opvolgers hebben daar paleizen en kerken gebouwd, waarvan de beroemdste zijn: O.L.Vr. met het Gouden Hoofd; Heilige Basilios (nabootsing van de Hagia Sophia te Constantinopel). Onder de Comnenen, die tot 1461 bleven, bloeiden handel en kunst. De kerken en paleizen werden met fresco’s versierd en de graven der keizers waren ware monumenten. Mohammed II, die de stad innam in 1461, veranderde veel kerken in moskeeën. Maar in 1895, toen de Franse professor G. Millet ze bestudeerde (Les Monastères et les églises de Trebisonde, Buil. de Gorresp. hellénique 1895) en tot na Wereldoorlog I, toen in 1916 de Russische professor F. H. Uspenski een nieuwe studie er van maakte, waren ze nog te zien. Na 1922 werd bijna alles vernietigd. De laatste Grieks-orthodoxe metropoliet van Trebisonde gaf een gedetailleerd tafereel van wat hij zag vernietigen: De Kerk van Trapezoés (Arch. van Pontos, dln IV en V, Athene 1933).