werd op 1 Juli 1949 gevormd uit de afzonderlijke Indiase staten Travancore en Cochin. De staat neemt het meest zuidelijke deel van het Voorindische schiereiland in, is 23 800 km2 groot en telt (1951) 9 265 000 inw.
In het N.W. en langs de westkust liggen de Anaimala en Cardamon bergen, die tot 2700 m stijgen. Het overige deel bestaat uit vruchtbare laagvlakte, waar rijst, suiker, noten en tapioca worden verbouwd. Andere producten zijn thee, koffie, rubber, peper en oliezaden. Van veel belang is ook de industrie, die door de Indiase regering wordt bevorderd. De fabrieken profiteren in grote mate van de talrijke waterwegen en rivieren, die hydro-electrische energie leveren. Met name worden landbouwproducten (o.a. kokosvezels) verwerkt en de gevarieerde industrie levert voorts ivoor. Hoofdstad is Trivandrum, aan de Z.W.-kust, met ca 130 000 inw.