Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Thoraxchirurgie

betekenis & definitie

is de heelkunde van de thorax-(= borst)-organen, in het bijzonder de chirurgie van longen, hart, grote bloedvaten (aorta bijv.) en slokdarm. De thoraxchirurgie is pas in de 20ste eeuw tot ontwikkeling gekomen, aanvankelijk heel langzaam, de laatste jaren echter in een zeer snel tempo.

Die late ontwikkeling is o.a. te wijten aan het feit, dat er speciale moeilijkheden verbonden waren aan het openen van de thorax, waarin normaliter een subatmosferische druk heerst (z ademhaling); dank zij de moderne narcosetechnieken, waarbij mengsels van lachgas, zuurstof en eventueel andere middelen via een buisje in de luchtpijp (trachea-catheter) onder overdruk worden toegevoerd, zijn deze moeilijkheden overwonnen. De adembewegingen van de thorax zijn daarbij overbodig en kunnen, zo nodig, tijdelijk worden uitgeschakeld door curarine of andere stoffen met soortgelijke werking. Sinds bloedtransfusies tot de dagelijkse ziekenhuisroutine behoren, wordt bloedverlies tijdens de operatie, wat bij sommige thoraxoperaties wel eens groot kan zijn, veel minder gevreesd dan vroeger. Ook de nabehandeling is zeer verbeterd, o.a. door het gebruik van antibiotica, zuurstoftenten en middelen tegen thrombose en embolie. Tijdens de ingreep is een nauwkeurige controle van de hartwerking en de zuurstofvoorziening van het organisme mogelijk geworden, hetgeen de chirurg een groter gevoel van veiligheid en rust verschaft.Het scheppen van deze voorwaarden voor grotere operaties in de thorax leidde niet alleen tot een uitbouw en verbetering van de chirurgische techniek in engere zin, maar tevens tot een aanzienlijke verfijning en verscherping van de diagnostiek. De recente ontwikkeling der thoraxchirurgie berust dan ook geheel op de nauwe samenwerking van internist, röntgenoloog (subs. longarts, cardioloog, bronchoscopist), chirurg en anaesthesist, een samenwerking, die onmisbaar is geworden en die stellig nog vele vruchten zal afwerpen.

Thans is het mogelijk geworden een longkwab, een deel daarvan (een longsegment) of ook een hele long te verwijderen, niet alleen bij bronchiectasieën, zoals tot voor een tiental jaren, maar ook bij longkanker en longtuberculose (z longen, longziekten). Bepaalde aangeboren afwijkingen van hart en grote bloedvaten kunnen operatief worden gecorrigeerd en ook de chirurgie van enkele verworven hartgebreken, zoals de mitralisstenose (z hart, hartziekten) heeft, in goed uitgezochte gevallen, voortreffelijke resultaten. Verder zijn de mogelijkheden voor operatie van afwijkingen van slokdarm en middenrif zeer veel groter geworden.

DR H. J. VIERSMA.

< >