(Ital., tijd) is in de muziek de tijdmaat, die de absolute duur van de relatieve notentekens bepaalt. Als norm voor de teleenheid geldt de hartslag met zijn frequentie van ca 80 per minuut.
De grenzen liggen bij ca 40 en 140 slagen per minuut. Ca 1600 kwamen de tegenwoordige termen adagio, allegro, enz. in gebruik om het tempo aan te geven. Een nauwkeurige vaststelling van het tempo was eerst mogelijk na de uitvinding van de metronoom, die het aantal slagen per minuut aangeeft. De tempo-aanwijzing heeft soms niet alleen betrekking op de tijdmaat alleen, maar ook op het karakter van het stuk zoals: tempo di minuetto.