Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

AORTA

betekenis & definitie

of lichaamsslagader is het grootste bloedvat. Zij ontspringt in opstijgende richting uit de linkerkamer van het hart.

Dadelijk na haar oorsprong geeft zij twee takken (de arteriae coronariae of kroonslagaderen) af naar de spierwand van het hart. Al spoedig na haar ontstaan buigt zij over de linker hoofd-bronchus naar beneden. Uit dit gebogen deel, de aortaboog (arcus aortae), ontspringen de grote slagaderen van het hoofd (arterie carotis of halsslagader) en voor de bovenste ledematen (arteria subclavia of ondersleutelbeenslagader). Nadat de aorta een afdalende richting heeft aangenomen, schuift zij zich achter de slokdarm en volgt de voorzijde van de wervelkolom. Tijdens dit traject geeft de aorta vele kleine takken af, die in de tussenribsruimten lopen en o.a. de spieren van de borstwand (bij de vrouw ook de borstklier) verzorgen. Door een opening in het middenrif bereikt de aorta de buikholte.

Hier splitst zij zich al spoedig in verscheidene grote takken, nl. de arteria coeliaca, die in drie takken resp. naar de maag, de lever en de milt, uiteenvalt, de arteria mesenterica superior, die de maag, de dunne darm en de eerste helft van de dikke darm van bloed voorziet, en de arteria mesenterica inferior voor de onderste helft van de dikke darm en de endeldarm. Ook de beide nierslagaderen (arteriae renales) ontspringen uit het buikgedeelte van de aorta. Voor de 4de lendenwervel splitst de aorta zich in twee eindtakken, aan elke zijde één; de arteria iliaca communis, die een grote tak naar de bekkenorganen afgeeft (a. hypogastrica) en in zijn voortzetting als dijslagader (a. femoralis) het been bereikt, dat vrijwel geheel door dit bloedvat wordt verzorgd.Bij haar oorsprong uit de linkerkamer bevindt zich in de aorta een uit drie slippen bestaande klep. Het bloed, dat in de aorta onder een vrij hoge druk staat (de bloeddruk) wordt door deze klep, die slechts in opstijgende richting bloed doorlaat, verhinderd tijdens de verslapping (diastole) van het hart in de kamer terug te stromen. Eenzelfde ventielmechanisme vindt men bij de oorsprong van de longslagader uit de rechter kamer.

DR W. J. H. NAUTA.

< >