Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Thomas van kempen

betekenis & definitie

of a Kempis, eigenlijk Thomas Hemerken (Lat.: Malleolus), mystiek schrijver in de geest der Moderne Devotie (Kempen, Rijnland, 1379 of 1380 - in het klooster van de Windesheimer Congregatie op de Agnietenberg bij Zwolle 20 Juli 1471), verbleef van zijn 12de jaar af tot 1398 in Deventer, waar hij het onderwijs volgde van de Broeders van het Gemeene Leven en onder de geestelijke leiding van Florens Radewijns stond. In 1399 trad hij in het klooster der Augustijnen op de Agnietenberg, waar hij na zijn priesterwijding in 1413 of 1414 jarenlang als novicenmeester en subprior optrad.

Hij liet 38 geschriften na, die in de uitgave van J. Pohl (Freiburg i/Br. 1902-1921) 7 delen beslaan en zich bewegen deels op historisch-stichtelijk, deels op ascetisch terrein. Onder de eerste rubriek vallen o.a. zijn Kroniek van de Agnietenberg en zijn biografieën van Geert Groote, Florens Radewijns en Lidwina van Schiedam. Van de tweede rubriek zijn vooral bekend Soliloquium animae (Alleenspraak der ziel), Orationes et meditationes de vita Christi en de zowel door Katholieken als Protestanten hoog gewaardeerde Imitatio Christi of Navolging van Christus. Het is een boek, dat in een poëtische en rhythmische vorm de strenge waarheden van zelfverloochening en volledige overgave aan Gods wil in het licht van Gods liefde en de inwendige vrede op treffende wijze voorstelt. Al kan men een zekere afhankelijkheid van de oudere mystieke schrijvers niet ontkennen, toch blijkt duidelijk, dat de auteur van de Navolging er niets voor voelt de mystieken uit Eckhard’s school in hun hoge vlucht en bespiegelingen te volgen, maar zich ten doel stelt zijn lezers een leidraad tot de meer practische vroomheid der Moderne Devotie te geven. Intussen staat het auteurschap van dit in meer dan 3000 Latijnse uitgaven en vertalingen verspreide werk nog altijd niet onomstotelijk vast, al blijven inhoud, tijd en plaats van ontstaan, alsmede de vergelijking met zijn andere geschriften voor Thomas als auteur pleiten (z verder hierover Navolging van Christus).Bibl.: Duitse vert. zijner werken d. J. P. Silbert, 4 din (Wien 1833-40) 5 Das Alleingesprach der Seele (1937).

Lit.: M. Byron, Th. a K. (1910); G. H. Preston, Studies in Th. a K. in the Light of to-day (London 1912); Gl. Blume, Th. v. K. als Dichter, in: Stimmen der Zeit XCVIII (1920); A. Klöckner, Th. a K. (1921); G. Glemens, La dévotion k l'humanité du Christ dans la spiritualité de Th. de K. (Lyon 1931).

< >