Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Temse

betekenis & definitie

stad in de prov. Oost-Vlaanderen, aan de Schelde, op licht golvende zandige bodem (2341 ha), telt (1951) 13827 inw.

Er is landbouw, metaalindustrie (scheepswerven), textiel-, hout-, ceramische en voedingnijverheid, vlechten van manden en tenen meubels. Brug over de Schelde. Voorhistorische en Romeinse vondsten. In de 9de eeuw was het een bezit van de St-Pietersabdij (Gent). In de 13de eeuw had het een jaarmarkt. De oude Gothische kerk, deels herbouwd in 1645, heeft een toren van 1721 en bevat het graf van de H. Amelberga, schutsheilige (gest. 772), haar reliekschrijn, fraai meubilair, schilderijen van Corn. Schut, een praalgraf (1512). Kastelen van Temse (18de eeuw) en Coudenburg. Raadhuis in Vlaamse Renaissance (1906).Lit.: T. de Decker, Omwandeling ten jare 1645 in de parochie T. (Temse 1908); T. en omgeving, geïll. gids (Temse, z.j.); Fr. de Potter en J. Broeckaert, T. (Gent 1881).

< >