Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Sudetenduitsers

betekenis & definitie

noemde men de Duitse bevolking ten getale van ruim 3 millioen zielen (volkstelling van 1921), die de randgebieden van Bohemen en Moravië grotendeels bewoonden. Zij stamden hoofdzakelijk af van Duitse kolonisten, die sedert de 12de eeuw Bohemen en Moravië waren binnengekomen.

Over hun verhouding tot de Tsjechen, de hoofdbewoners van deze landen, tot 1918, z Bohemen, geschiedenis. Na Wereldoorlog I werden zij op historische, economische en strategische gronden, tegen hun uitgesproken wens, bij de Tsjechoslowaakse Republiek ingelijfd. Er is geen sprake van, dat zij in deze Republiek werden onderdrukt: zij genoten evenredige vertegenwoordiging in het parlement, een zekere locale autonomie; zij hadden over het geheel het hun toekomend aantal Duitse scholen en Duits sprekende rechters; waar zij 20 pet van de bevolking haalden mochten zij hun taal bij rechtspraak en bestuur gebruiken. Maar zij waren nu eenmaal minderheid geworden in een door Slaven geregeerd land, terwijl zij vroeger in Oostenrijk tot het meerderheidsvolk behoord hadden.

Hun houding tegenover de Tsjechoslowaakse Republiek is wisselend geweest. Aanvankelijk was deze zuiver negatief (tot 1922); daarna won de neiging tot activisme veld, hetgeen sinds 1925 zijn uitdrukking vond in de deelneming, door twee Duitse ministers, aan de regering. Tegen deze politiek van actieve medewerking richtte zich de Sudetendeutsche Bewegung later (Partei) van Henlein. die vooral door de economische crisis na 1930 veld won, en een soort pendant en filiaal was van de Duitse N.S.D.A.P. Deze partij ontving haar geld en directieven van de Duitse regering; haar agitatie veroorzaakte de crisis, die haar einde vond in het Accoord van München (Oct. 1938), waarbij Tsjechoslowakije de Sudetenduitse gebieden aan het Duitse Rijk moest afstaan.

Het is te begrijpen, dat na deze gebeurtenissen, en vooral ook na de behandeling, die het „Protectoraat” Bohemen-Moravië sedert zijn inlijving bij Duitsland in 1939 had ondergaan, een samenleving van de Tsjechische en de Duitse bevolkingsgroep in Bohemen onmogelijk geworden was. Na de bevrijding en het herstel der Tsjechoslowaakse Republiek werden derhalve de Sudetenduitsers, op een 300 ooo-tal na, die zich loyaal tegenover Tsjechoslowakije getoond hadden, uitgewezen. De gedwongen migratie begon 1945 en was eind Oct. 1946 voltooid.

PROF. DR TH. J. G. LOCHER

Lit.: Kamil Krofta, Das Deutschtum i. d. tschechosl. Gesch. (1934); Th. J. G. Locher, Tsjechen en Duitsers in de loop der eeuwen (1938); Pierre George, Le problème allemand en Tchécoslovaquie 1919-1946 (1947).

< >