bosrijk gebergte in het westelijk gedeelte van Duitsland, ligt binnen de kromming van de Main, van de monding der Frankische Saale en der Sinn bij Gemünden tot aan die der Kinzig bij Hanau, en is ten N.W. door de Kinzig van het Vogelsgebergte, ten N.O. door de Sinn van het Rhöngebergte, ten Z. en Z.W. door de Main van het Odenwald gescheiden.
Het behoort grotendeels tot het Beierse district Beneden-Franken en gedeeltelijk tot het Hessische district Kassel. De hoofdketen loopt van het Z., tegenover Miltenberg, over een afstand van 75 km naar het N. tot aan de bovenloop van de Kinzig en bereikt een hoogte van 450-580 m. De hoogste top is de 585 m hoge Geyersberg, ten N. van Rohrbrunn. De Beierse spoorweg kruist deze keten tussen Aschaffenburg en Lohr. De hoofdmassa van de Spessart bestaat uit een bontzandsteenplateau, waarin de dalen meer of minder diep zijn ingesneden. Slechts in het noordelijk gedeelte treedt ouder gesteente te voorschijn, dat het winnen van ijzersteen, bazalt, zwaarspaat enz. toelaat.
In de 18de eeuw was er o.a. in Weibersbrunn een niet onbelangrijke glasindustrie, vooral door de keurvorst van Mainz gesteund om daardoor (houtskoolgebruik) de bossen meer rendabel te maken. Deze glasindustrie is thans verdwenen. De bewoners houden zich in de winter voornamelijk met werk in de bossen bezig, des zomers zoeken velen meestal elders bezigheden (wegenaanleg, bouwwerken enz.). Wijnbouw en fruitteelt worden langs de Main uitgeoefend.