(1) thans een gedeelte van het Beierse district Unterfranken, werd in 1803 volgens Rijksdagbesluit uit een deel van het voormalige aartsbisdom Mainz gevormd tot het vorstendom van die naam onder den keurvorst en aartskanselier von Dalberg. Het besloeg een oppervlakte van 1700 km2 en werd in 1806 vergroot tot het groothertogdom Frankfort.
Toen von Dalberg afstand deed van zijn staten, verviel het volgens een beschikking der Geallieerden in 1814 aan Oostenrijk, dat het aan Beieren overdroeg in ruil tegen gedeelten van Tirol en Salzburg.(2), de hoofdstad van het voormalig vorstendom van die naam, ligt op 141 m hoogte aan de Aschaff en op de rechteroever van de Main. Inw.: 36 000 (meest R.K.).
De stad was oorspronkelijk een Frankisch castellum. Reeds in de 8ste eeuw wordt zij stad genoemd en Bonifacius stichtte er de St Maartenskapel en een Benedictijner klooster. In de Dertigjarige Oorlog had zij veel te lijden. Door de oorlogshandelingen van Mrt 1945 is de stad grotendeels verwoest; alle historische bouwwerken gingen verloren. Het 3de Amerikaanse leger onder generaal Patton bezette Aschaffenburg op 25 Mrt; de 27ste werd nabij de stad de verbinding met het 7de Amerikaanse leger (Patch), dat ten Z. van het Odenwoud over de Rijn en vervolgens oostelijk om het Odenwoud heen was getrokken, tot stand gebracht.
Het in 1605-1614 door den keurvorst van Mainz, Johan Schweikhard von Kronberg gebouwde kasteel, de Johannisburg, was in de 17de en 18de eeuw de zomerresidentie van de keurvorsten van Mainz. Tot de overige bezienswaardige gebouwen behoorden tot Wereldoorlog II het paleis van de graven von Schönborn, dat der vrijheren von Dalberg en het huis van Pompeji, dat koning Lodewijk I van Beieren naar het model van het te Pompeji opgedolven Casa del questore in de jaren 1842-1849 heeft laten bouwen. De industrie omvat o.m. ijzergieterijen, papierfabrieken en bierbrouwerijen. Sedert de verbetering en de kanalisatie van de beneden-Main was Aschaffenburg een belangrijke haven voor de binnenscheepvaart.