Belgisch beeldhouwer (Luik 11 Juli 1810 - Brussel 11 Juli 1882), sloot zich, na studies aan de academie in zijn geboortestad, te Rome aan bij het centrum van het classicisme aldaar en werkte er in het atelier van Thorwaldsen, met Kessels en Finelli. Na de omwenteling van het jaar ’30 helde hij over naar de romantiek.
Hij kreeg opdrachten van de jonge Belgische Staat: de symbolische figuren van de Geloofsvrijheid en de 8 Provincies onder de hoede van Belgica aan de Congres-kolom en de twee statige leeuwen bij het graf van de Onbekende Soldaat, alle te Brussel. Van hem zijn eveneens het fronton van de Muntschouwburg in hoog-reliëf en de marmeren tombe van kanunnik Triest in de Sint-Goedele-kerk. Zijn romantische richting komt voorts tot uitdrukking in het ruiterstandbeeld van Godfried van Bouillon (Koninklijk Plein, Brussel). Het Moderne Museum te Brussel bewaart de grote groep „De Zondvloed” en een Sint Joris met de draak. Hij maakte ook jeugdige engeltjes voor graftomben en uitstekende portretbusten. Hij werd lid van de Koninklijke Academie van België en leraar aan de Academie voor Schone Kunsten te Brussel, waar hij talrijke leerlingen heeft gevormd, o.a.
C. Desenfans, Juliaan Dillens, Thomas Vinçotte, Paul Dubois, Charles Samuel.PROF. DR J. MULS
Lit.: Marguerite Devigne, La Sculpture Belge 1830-1930 (Bruxelles 1931).