naam van twee tsaren der Bulgaren.
Simeon I
de Grote (868-927), was de jongste zoon van Boris I, de eerste Christelijke vorst van Bulgarije. Hij werd opgevoed te Constantinopel en was zeer ontwikkeld; na in 893 zijn vader te zijn opgevolgd bracht hij het land tot hoge welvaart en culturele bloei. Tot hoofdstad, tevens cultureel centrum, maakte hij Preslav. Met Byzantium voerde hij enige succesvolle oorlogen; driemaal (in 913, 922 en 924) belegerde hij Constantinopel, hij veroverde Adrianopel en Saloniki. Ook met de Serven en andere volken op het Balkanschiereiland voerde hij oorlog, hij rukte op tot de rivieren Drina en Morava. Zo beheerste hij het schiereiland bijna geheel.
In 921 riep hij zich uit tot tsaar der Bulgaren en autocraat der Grieken. Tijdens zijn regering kwam een belangrijke Oudbulgaarse letterkunde tot ontwikkeling.
Simeon II
(Sofia 16 Juni 1937), zoon van Boris III, werd tijdens Wereldoorlog II na de dood van zijn vader (28 Aug. 1943) koning, met een college van regenten, dat onder Duitse auspiciën werd aangesteld. Na beëindiging van de oorlog werden op Russisch bevel nieuwe regenten benoemd (de oude werden opgehangen). Met zijn moeder (een Italiaanse prinses) werd hij in afzondering gehouden op een landhuis. Bij een plebisciet (Sept. 1946), stemden ruim 70 pct der kiezers voor afschaffing van het koningshuis, en zo vertrok Simeon met zijn moeder naar Egypte.
