Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Besançon

betekenis & definitie

een sterke Franse vesting, hoofdstad van het voormalige Franche-Comté en hoofdplaats van het tegenwoordige dep. Doubs, is op 251 m hoogte op een door de Doubs gevormd schiereiland gelegen.

De stad is een kruispunt van spoorwegen. Op de landengte (de hals van het schiereiland) ligt een citadel. Langs de rechteroever van de Doubs liggen de nieuwe wijken. Het Rhóne-Rijnkanaal, dat boven en beneden de stad de rivierloop volgt, vermijdt de bocht door middel van een 400 m lange tunnel onder de citadel. Uit de tijd der Romeinen zijn nog afkomstig de Porte Noire, een triomfboog, de in de rotsen uitgehouwen Porte Taillée, overblijfselen van een brug en een schouwburg. Tot de voornaamste gebouwen behoren het hotel van de prefectuur, de grote kathedraal van St-Jean uit de nde eeuw, het paleis van Justitie en het paleis van kardinaal Granvelle.

Besançon is de zetel van een aartsbisschop; voorts heeft men er een hooggerechtshof en een handelsrechtbank. Er zijn een universiteit met ongeveer 500 studenten, een openbare boekerij met 130000 boekdelen en belangrijke handschriften, een artillerieschool, een tekenschool, een school voor horlogemakers, een staats-chronometrisch laboratorium, een graveurschool, een kamer van koophandel, enz. De stad telt (1936): 51 939 inw. en heeft veelzijdige industrie: ijzergieterijen, machinefabrieken, houtzagerijen, rubberweefsels, kunstzijde, confectie, carrosseriebouw; Besançon is vooral het middelpunt van de horloge-industrie van het Franse Juragebied, die aan meer dan 13 000 mensen werk verschaft en jaarlijks ongeveer een half millioen horloges in de handel brengt.Besançon, het Vesontio der Romeinen, hoofdstad der Sequani, werd zetel van een bisschop, later van een aartsbisschop, kwam in de 5de eeuw aan de Burgunden, dan aan de Franken, aan het koninkrijk Opper-Bourgondië en in 1032 aan het RoomsDuitse Rijk. In 1157 hield keizer Frederik I Barbarossa er een rijksdag, die bekend werd door het conflict met de pauselijke kanselier Roland (z Alexander III, paus). In 1184 werd Besançon vrije rijksstad. Granvelle* werd er geboren, was er aartsbisschop (i584-’86) en stichtte er de universiteit, die tot de Franse Revolutie bleef bestaan. In 1648 kwam de stad onder Spaanse heerschappij en in 1664 verloor zij al haar vrijheden. In 1678 werd zij Frans. In 1814 belegerden de Oostenrijkers ze vergeefs.

In Wereldoorlog II ontmoetten elkaar ten N. van Besançon op 4 Sept. 1944 het 3de Amerikaanse leger onder generaal Patton, dat uit Normandië naar het Oosten, en het 7de Amerikaanse leger onder generaal Simpson, dat van de Franse Riviera naar het Noorden was opgerukt. Daardoor was geheel Zuid-Frankrijk afgesneden en kon het zeer spoedig worden gezuiverd van achtergebleven Duitse eenheden, die behoudens op enkele punten aan de kust, geen versterkingen ter beschikking hadden om zich daarin krachtig te verdedigen. Het grootste deel van de legergroep-Blaskowitz, die in Zuid-Frankrijk had gestaan, wist zich echter nog net op tijd aan de afsnijding te onttrekken door een snelle terugtocht in de richting van de Bourgondische Poort.

Lit.: A. Castan, B. et ses environs (1880); P. George, Les pays de la Saône et du Rhône (1941).

< >