Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SENTIMENTALITEIT

betekenis & definitie

heet een geaardheid, hetzij echt, hetzij zelfs geveinsd, waarin de gevoelsreacties sterker dan gewoonlijk plegen te zijn, vooral in de zin van het onbestemd-weemoedige. Dit over-gevoel is niet volstrekt aan tijden gebonden.

Men vindt het in de middeleeuwse verhalenschat (bijv. in Floris ende Blancefloer), in het soms dadenloze, slome zelfmeelij van Petrarca, bekend als accidia (Gr. άκήδεια), maar vooral in de tweede helft der 18de eeuw treft men in de literatuur van ieder land dit wat ziekelijk-overgevoelige aan, dit spoedig tot tranen geroerd zijn, dit opzoeken in natuur en leven al wat medelijden kan opwekken („Weltschmerz”), dit zich gul overgeven aan al wat vaag en onbevredigbaar verlangen oproept. Het woord zelf (sentimentality) is geschapen door Sterne met zijn Sentimental Journey through France and Italy (1768).De 18de-eeuwse sentimentaliteit is te zien als kenmerk van de toenmalige Westeuropese mens, deels als reactie op het destijds overheersend rationalisme, deels wellicht als begeleidend verschijnsel van een aflopende cultuurperiode. Sprekende voorbeelden van het sentimentele genre vindt men in het œuvre van Young en Gray (nacht- en kerkhofpoëzie) in Engeland, van Rousseau (maar nog in flauwe vorm!) in Frankrijk, van Goethe (Leiden des jungen Werther) e.a. in Duitsland, van de jonge Foscolo (Ultime lettere di Jacopo Ortis) in Italië. In Nederland heeft men een eigenaardige vertegenwoordigster van het genre in Elisabeth Overdorp-Post; bij Rhijnvis Feith wordt de sentimentaliteit zelfs zó overdreven dat zij welhaast tot parodie wordt, althans de parodie uitlokt die begin 19de eeuw in het tijdschrift Braga erop wordt geleverd. Bij Schiller heet de dichterfiguur, die in zijn werk de verloren natuur zoekt, „sentimentalisch”. Tegenover het naïeve ligt hierin een groter subjectiviteit, die achter de verschijnselen een hogere, betere wereld vermoedt en daarom sterk idealistisch is. Inderdaad vindt men in de sentimentele periode enkele van de idealistische stromingen, die voorbereidend hebben gewerkt op (en doorgewerkt in) de Romantiek.

Lit.: (alleen recente): H. Meng, Naive u. sentimentalische Dichtung (1936); W. Liepe, Empfindsame Dichtung (RL 1, pp. 269-’71); W. F. Wright, Sensibility in Engl. Prose Fiction (London 1937); P. Trahard, Les maîtres de la sensibilité en France au 18e siècle (Paris 1931/’36, IV).

< >