Franse stad in het dep. Oise, aan de Nonette en aan de Noorderspoorweg met (1946) 7550 inw., heeft Gallo-Romeinse ringmuren en — langs de Nonette — resten van de middeleeuwse ommuring.
Binnen de Gallo-Romeinse kern liggen de resten van een middeleeuws kasteel (13de eeuw, met Karolingische kapel), de Gothische kathedraal (12de-16de eeuw) met mooie, 78 m hoge toren en de kerk St-Trambourg (12de eeuw). Daar buiten liggen de kerk St-Pierre (13de-14de eeuw), het stadhuis (15de eeuw) en de oude abdij St-Vincent (12de-18de eeuw) en vele oude huizen. De stad heeft een seminarium, 2 musea, bezit steengroeven, machine-, en andere metaalindustrie. Senlis, in de Oudheid Augustomagus, later Civitas Silvanectum geheten, was onder de Merovingen en Karolingen koninklijke residentie. Van de 6de eeuw tot 1801 was het een bisschopszetel. Op 27 Juni 1815 leverden de Pruisen onder Bülow er de Fransen onder Kellermann slag. In Wereldoorlog I werd de stad zwaar geteisterd.
