Engels economist (Compton 26 Sept. 1790 - Kensington 4 Juni 1864) studeerde klassieken en rechten in Oxford en werd notaris te Londen, waar hij kennis maakte met James Mill. Van 1825 tot 1831 en van 1847 tot 1852 was Senior hoogleraar in „Political Economy” te Oxford.
In 1836 publiceerde hij zijn hoofdwerk: Outline of Political Economy als deel van de Encyclopedia Metropolitana, welk werk vnl. bestaat uit haastig samengevatte collegestof. In de daarop volgende jaren werkte hij mede aan een onderzoek en schreef hij het rapport over de toestand van de werkloze handwevers.De voornaamste bijdrage van Senior tot het theoretisch denken is wel zijn onthoudingstheorie ter verklaring van de interest. Kapitaal zag hij daarbij als een aparte productiefactor; slechts door onthouding — „abstinence” — kan het worden gevormd, waartoe men bereid is tegen beloning: de kapitaalrente. Voorts ontwikkelde Senior de conceptie van de dalende nuttigheid in de consumptiesfeer, terwijl hij ook aandacht aan het monopolieprobleem besteedde.
J. R. ZUIDEMA
Bibl.: An Outline of the Science of Political Economy (London 1836); Historical and Philosophical Essays (1865).
Lit.: M. Bowley, N. S. and Classical Economics (London 1937) waarin een volledig overzicht van S. werk is opgenomen; S. L. Levy, N. W.
S. (Journal of Political Economy jg. 1918 blz. 347 e.v. en 509 e.v.); S. en B. Webb, History of Trade Unionism (London 1929).
