(Ottiliana Lovisa), Zweeds schrijfster (Mirbacka 20 Nov. 1858 16 Mrt 1940), was onderwijzeres in Landskrona (1885-1895), totdat zij in staat was van haar pen te leven. Zij kon later het landgoed Marbacka, dat intussen verkocht was, terugkopen en woonde daar sindsdien.
Haar werk heeft in Zweden, zowel als daarbuiten grote bewondering gewekt; zij ontving reeds in 1909 de Nobelprijs. Haar in lyrisch proza geschreven Gösta Berlings saga (1891) werd koel ontvangen en eerst na de critiek van Georg Brandes gewaardeerd. Topelius en Carlyle zijn haar bewonderde leermeesters.Daarna kwam Osynliga lankar (1894), een novellenverzameling. Na een winter in Italië schreef zij Antikrists mirakler (1897, handelend over het volksleven op Sicilië), voorts Drottningar i Kungahaalla jämte andra Berättelser (1899) en En herrgardssagen (1899). Na haar Palestina-reis schreef zij de groots opgezette roman Jerusalem (2 dln, 1901-1902), een boek tegelijk van scherp realisme en visionnaire kracht. De Kristuslegender (1904) en Herr Arnespenningar (1904) tonen dezelfde eigenschappen. Op verzoek schreef zij het schoolboek Nils Holgerssons underbara resa (1906-1907), een aardrijkskundeboek van Zweden, dat in verschillende talen is vertaald. Een nieuw hoogtepunt was Liljecronas Hem (1911), een boek over de jeugd van haar grootmoeder, rustiger en realistischer dan Gösta Berlings Saga.
Haar idealiserende blik op het leven komt sterk uit in de romans Körkarlen (1912) en Kejsarn av Portugallien (1914), terwijl zij de vorm van de legendarische vertelling weer toepast in Troll och människor (2 dln, 1915—1921) en Marbacka (2 dln, 1922-1930). In Bannlyst (1918) vindt men de weerklank van Wereldoorlog I.
Haar laatste grote werk is de trilogie Löwensköldska ringen (1925), Charlotte Löwenskiöld (1925) en Anna Svard (1928). Haar sympathie is nu niet meer bij de dromers en fantasten, maar bij de mensen, die met beide benen op de grond staan. Selma Lagerlöf’s werken geven geen psychologische analyse, haar karaktertekeningen zijn intuïtief en zij verstaat de kunst van vertellen als weinigen. Haar gehele oeuvre getuigt van een idealistische levensbeschouwing en van een vast geloof in een voorzienigheid, die, vaak door mysterieuze krachten, alles in goede banen leidt. Vele van haar werken zijn in het Nederlands vertaald.
Bibl.: Skriïter, 12 dln (Stockholm 1933).
Lit.: Elin Wagner, Selma Lagerlöf, 2 dln (Stockholm 1942-1943, Fr vert. 1950); Margaretha Meyboom, S. L. (Leiden 1919), W. Berendsohn, S. L. (Duits, 1927); L. Maury, L’imagination Scandinave (1928); A. Büscher, L.-Bibliographie (1930).