Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Schelte baron van HEEMSTRA

betekenis & definitie

Nederlands staatsman (Groningen 14 Nov. 1807 - St Maartensdijk 20 Dec. 1864), nam deel aan de Tiendaagse Veldtocht en keerde als kapitein terug. Hij werd in 1838 gekozen tot lid der Provinciale Staten van Friesland, werd in 1840 grietman van Oost-Dongeradeel en in 1844 voor Friesland lid der Tweede Kamer.

Hier behoorde hij tot de „Negen mannen”, die onder leiding van Thorbecke* in 1844 een voorstel tot grondwetswijziging in liberale zin indienden, dat verworpen werd.Door de Staten van Friesland herkozen, bleef hij lid der Kamer tot 30 Juni 1848, toen hij benoemd werd tot minister van Eredienst. 31 Oct. 1849 nam het gehele ministerie zijn ontslag en werd het departement van Eredienst opgeheven. Onmiddellijk daarop werd Van Heemstra weer naar de Tweede Kamer afgevaardigd. In 1850 werd hij commissaris des konings in de provincie Utrecht, in 1858 in Zeeland. 2 Mrt 1860 werd hij minister van Binnenlandse Zaken in het derde ministerie van de conservatief Van Hall*. Hij heeft zich als minister verdienstelijk gemaakt door de wet tot de aanleg van spoorwegen van staatswege voor te stellen. Door de conservatieven werd Van Heemstra in de Tweede Kamer heftig aangevallen en in 1861 zag hij zijn begroting verworpen, waarna het ministerie aftrad. Middelburg herkoos hem daarop tot lid van de Tweede Kamer.

Lit.: Levensber. Letterk. (1865).

< >