(Sp. novela picaresca) of picareske roman noemt men het in Spanje ontstane genre van romans, waarin als held optreedt een jongeman van meestal zeer eenvoudige afkomst (zie pícaro), een bedeljongen, later ook een schelm, die zich met list, brutaliteit en een opgewekte gewetenloosheid op avontuurlijke wijze door de meest verschillende maatschappelijke milieu’s beweegt. De eerste schelmenroman was Lazarillo de Tormes (1554), die een internationale populariteit genoot en veel werd nagevolgd, o.a. in Spanje door Mateo Alemán (Guzmán de Alfarache, 1599), Quevedo (Vida del Buscón, 1626), in Duitsland door Grimmelshausen (Der abenteuerliche Simplizissimus, 1669), in Nederland door Nic.
Heinsius (Den vermakelijken avonturier, ofte de Wispelturige en niet min Wonderlijke Levensloop van Mirandor enz., 1695), in Frankrijk door Lesage (Gil Blas de Santilhane, 1715-1735).Lit.: zie onder Lazarillo de Tormes; voorts: J. Prinsen, De roman in de 18e eeuw in West-Europa (1925).