Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Samuel Taylor COLERIDGE

betekenis & definitie

Engels dichter (Ottery St Mary, Devon, 21 Oct. 1772 -Highgate, Londen, 25 Juli 1834), zoon van een predikant der Anglicaanse Kerk, werd opgeleid in Christ’s Hospital en van 1791-’93 te Cambridge, verliet die universiteit reeds in 1793 om zijn schulden en nam onder valse naam dienst bij de dragonders, maar werd door zijn broeder vrijgekocht. Voor korte tijd keerde hij naar Cambridge terug, doch behaalde er geen graad.

In 1794 maakte hij kennis met Southey, toen een vurig bewonderaar van de Franse Revolutie, die hem warm maakte voor een in Amerika te stichten heilstaat „Pantisocracy”. Gebrek aan middelen deed dit plan in duigen vallen. Samen schreven de beide dichters het drama The Fall of Robespierre. In Oct. 1795 huwde hij Sarah Fricker en vestigde zich te Clevedon (Somersetshire). Te Bristol hield hij lezingen over politiek (vooral tegen Pitt gericht) en godsdienst, die zeer de aandacht trokken.

In 1796 verscheen zijn eerste bundel Poems. Kort tevoren had hij kennis gemaakt met Wordsworth en bezocht hem in 1797 te Racedown in Dorsetshire. Een innige vriendschap ontstond uit deze ontmoeting en weldra vestigde Wordsworth zich met zijn zuster in Coleridge’s buurt. Samen gaven zij in 1798 de voor de geschiedenis der Engelse romantiek zo belangrijke Lyrical Ballads in het licht, waaraan Coleridge echter slechts drie gedichten bijdroeg o.a. zijn bestgebouwde en beroemdste The Ancient Mariner. In hetzelfde jaar ondernamen zij een reis naar Duitsland, waar Coleridge, bij wie Berkeley was verdrongen door Spinoza, en Spinoza door Plato, onder de invloed kwam van de Duitse wijsbegeerte, vnl. Kant en Schelling, en zijn sympathie voor de Franse revolutie verloor.

In 1800 vestigden Wordsworth en Coleridge zich te Keswick in het Lake-district, waar in 1803 Southey zich bij hen voegde. Samen staan zij in dit tijdperk bekend als de „Lake-poets”. Van 1804-1806 vertoefde Coleridge op Malta, te Naels en te Rome. Na zijn terugkeer maakte hij ook kennis met De Quincey.

Jarenlang werd hij door zijn vrienden ondersteund, vnl. door de gebroeders Wedgwood, de aardewerkfabrikanten. Van 18121817 verdiende hij met lezingen en geschriften genoeg om in zijn onderhoud te voorzien. In 1816 zocht hij te Highgate in het gezin Gilman genezing voor zijn verslaafdheid aan opium en niet zonder succes. Wij moeten hierbij niet vergeten, dat hij veel last had van rheumatiek.Buitengewoon was de invloed van zijn omgang, waarvan staaltjes in de door zijn neef H. N. Coleridge verzamelde Table Talk. Voor jongeren gold hij als een orakel. Een vroeger ongekende hoogte bereikte hij als criticus van poëzie (Literary Remains, 4 dln).

Als dichter neemt hij een aparte plaats in door de vreemde bekoring die er uitgaat van zijn Ancient Mariner en de twee fragmenten Kubla Khan en Christabel.Hij verplaatst ons hierin in een fantastische sprookjeswereld, in volmaakte verzen beschreven. De metrische invloed van Christabel was zeer groot (Scott, Byron).

Grote invloed ging ook uit van zijn denkbeelden op filosofisch en godsdienstig gebied, waarin hij zich echter niet altijd gelijk bleef, en die links en rechts verspreid zijn in zijn Biographia Literaria (1817), Confessions of an Inquiring Spirit (1840) en elders. In de laatste jaren verheugt al zijn werk zich in grote belangstelling. Maar een complete uitgave van al zijn geschriften is er nog niet.

Lit.: Campbell, S. T. Coleridge: A. Narrative of the Events of His Life (1896); Brandl, S.

T. G. und die englische Romantik (1886); E. H. Coleridge, The Complete Poetical V/orks of S.

T. G. (1912); Idem, The Letters of S. T. C. (1895); N.

Schank, Die sozialpolit. Anschauungen C.’s (Bonn 1924); A. Gobban, E. Burke and the Revolt against the i8th Century (1929), Ch.

VI: The Polit. Philos. of C., blz. 154-189; I. A. Richards, C. on Imagination (1934); S.

Potter, C. and S. T. C. (1935); E. L.

Griggs, Unpubhshed Letters of S. T. C. (1932); Muirhead, Coleridge as Philosopher (1930); Livingstone Lowes, The Road to Xanadu (2de dr., 1930); W. Wünsche, Die Staatauffassung S.

T. C.’s (Leipzig 1934); V. W. Kennedy en M.

N. Barton, S. T. C., A Selected Bibliography (tQSS); L.

Hanson, The Life of S. T. C. (1938); Philosoph. Lectures ed. by Kathleen Coburn (London 1948); A.

H. Nethercot, The road to Tryermaine: a study of,,Christabel” (Gambr. U.Pr. 1940); H. Read, G. as critic (1949).

< >