heet het in 1945 opnieuw van Duitsland losgemaakte gebied in en rondom het Saarbekken. Groot 2567 km2, telt het (1951) 959.640 inw. (1939 923.980; 1946 851.615), van wie ca ¾ R.K. en ¼ Evang.
In het W. en Z. grenst het aan Frankrijk en Luxemburg, in het N. en O. aan West-Duitsland.Bodem en klimaat
Naar zijn natuurlijke gesteldheid bestaat het Saarland uit brede dalen en lage koepelvormige bergen, welke veelal bebost zijn. De hoogste berg is de Starkenborn (694 m) bij Weiskirchen (Hunsrück) in het N.W. De rijkdom van het gebied wordt gevormd door de soms wel enige meters dikke steenkoollagen in de ondergrond, waarvan de ontginbare kolenvoorraad op meer dan 12 milliard ton wordt geschat. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 8,8 gr. C., de gemiddelde Jan.-temperatuur 0,5 gr. C., die van Juli 17,3 gr.
C. De gemiddelde neerslag per jaar 78 cm.
Bevolking
Deze is naar aard en cultuur Duits. De belangrijke volksagglomeraties zijn Neunkirchen, Sulzbach en Dudweiler, welke liggen in het Sulzbachdal en Fischbachdal, centrum van de steenkolenmijnbouw en cokesfabricage. De voornaamste steden zijn naar inwonertal (volgens de gegevens van 1952):
Saarbrücken 113.640
Neunkirchen 42.820
Völklingen 41.190
Saarlouis 31.930
St Ingbert 26.300
Behalve een universiteit bezit het Saarland o.m. een conservatorium en een hogere technische onderwijsinrichting.
Nijverheid en verkeer
Talrijke kolenmijnen en 5 hoogovens, die vnl. het Lotharingse ijzererts bewerken, maken het Saarland tot een belangrijk industriegebied. De productie van steenkool, ruwijzer en ruwstaal is als volgt:
1938 1946 1950 1951
× 1.000 ton
Steenkool 14 389 7 885 15 091 16 091
Ruwijzer 2 381 246 1 684 2 403
Ruwstaal 2 573 291 1 898 2 627
Naast de zware industrie ontwikkelt zich aan de Saar in toenemende mate de verder verwerkende industrie (buizen, chemische en ceramische producten, glas, schroeven, leer, schoenen, papier, tabak). Voorts zijn er brouwerijen, krachtcentrales, gasfabrieken met verzorging op lange afstand. Het Saarland is het belangrijkste doorgangsland tussen Frankrijk en Duitsland. Langs de Saar loopt de spoorlijn Trier - Straatsburg, welke in Saarbrücken de lijn Mainz - Metz kruist.
Bestuur
De Saarlandse Grondwet dateert van 17 Dec. 1947. De hoogste macht gaat van het volk uit. De volksvertegenwoordiging heet Landdag en bestaat uit 50 leden, bij algemeen kiesrecht gekozen voor vijf jaren. De regering bestaat uit een door de Landdag gekozen minister-president en een aantal ministers, die door de Landdag worden benoemd op voorstel van de minister-president. De buitenlandse aangelegenheden van het landje worden door Frankrijk behartigd. Saarland is ingedeeld in acht Kreise: Saarbrücken-Stadt, Saarbrücken-Land, St Wendel, Ottweiler, Homburg, St Ingbert, Saarlouis en Merzig-Wadern.
De rechtspraak geschiedt door Amtsgerichte, Landgerichte en een Oberlandesgericht. Daarnevens bestaan een Verwaltungsgericht en een Oberverwaltungsgericht voor de administratieve rechtspraak en een Verfassungskommission, die de wetten aan de Grondwet toetst.
Vlag, wapen en volkslied
De vlag bestaat uit een wit kruis op rood-blauwe achtergrond. Het wapen bestaat uit een schild, gelijk aan de vlag, gedekt door een stedekroon. Volkslied is het Saarlied („Ich weiss, wo ein liebliches, freundliches Tal”).
Geschiedenis
Na Wereldoorlog I werd in 1919 het Saargebied volgens het Vredesverdrag van Versailles gedurende 15 jaar onder een Volkenbondsbestuur gesteld en werden de mijnen er van aan de Franse staat afgestaan als schadeloosstelling voor de op last van de Duitse legerleiding verwoeste mijnen in Noord-Frankrijk. In 1935 werd het Saargebied na een volksstemming (90 pct vóór terugkeer) aan Duitsland teruggegeven. In Wereldoorlog II werd het Saargebied door oorlogshandelingen ernstig geteisterd. Aan gebouwen werden in Saarbrücken 43 pct, Neunkirchen 19 pct, Saarlouis 41 pct totaal verwoest of zwaar beschadigd. Na beëindiging der oorlogshandelingen werd het Saargebied eerst door de Amerikanen en vervolgens door de Fransen bezet. De bezettingsautoriteiten stelden in het thans gevormde Saarland eerst een Duits burgerlijk bestuur in, het regeringspresidium Saar. Dit werd na de gemeenteraadsverkiezingen in Sept. 1946 door de bestuurscommissie van het Saarland opgevolgd.
Na de Landdagverkiezingen van 15 Oct. 1947 kreeg het Saarland een grondwettelijke regering. De volksvertegenwoordiging telt 50 leden. Sedertdien is Saarland een autonoom, democratisch en sociaal bestuurd land, dat economisch nauw met Frankrijk is verbonden. West-Duitsland kan zich niet met de huidige status van het Saarland verenigen, zodat dit gebied vooralsnog (1952) aanleiding geeft tot controverse tussen Frankrijk en Duitsland. De verkiezingen van 30 Nov. 1952 vormden een groot succes voor de regering onder Johannes Hoffmann en voor Frankrijk. Zowel de (verboden) Duitsgezinde partijen in Saarland als Duitsland zelf hadden de bevolking opgeroepen, ongeldig te stemmen, maar nog geen 30 pct gaf hieraan gehoor. Dit was te beschouwen als een volksuitspraak voor de bestaande toestand.
Lit.: X. Kloevekorn, Das S. (1929, bibliografie); M. Lambert, The Saar (1934); R. Reinhard en V. Voppel, Land und Volk an der Saar (1934); H. Wehberg, Die staats- u. völkerrechtl.
Stellung des S.s (1924); O. Andres, Die Saarfrage (1928); S. Wambough, The Saar Plebiscite (Cambridge, Mass., 1940); F. M. Russell, The Saar: Battleground and Pawn (Stanford Cal. 1951).