(Ludwig Karl), Duits ziektekundige (Schivelbein in Pommeren 13 Oct. 1821 - Berlijn 5 Sept. 1902), is een der grootste figuren van de geneeskunde der 19de eeuw. Hij studeerde te Berlijn, was leerling van Joh.
Müller en doceerde aldaar pathologie tot 1849. Als gevolg van zijn politieke activiteit moest hij een post als hoogleraar in Würzburg aanvaarden, keerde echter in 1856 in Berlijn terug, waar hij gedurende bijna een halve eeuw leiding gaf aan talrijke onderzoekingen op bijna alle gebieden der pathologische anatomie. Door de intensieve toepassing der microscopie ontdekte hij de betekenis van celveranderingen bij ziekteprocessen; zo werd hij de grondlegger van de cellulaire pathologie. Hij gaf de eerste beschrijvingen van leukaemie (1845), van amyloied, van troebele zwelling en vettige ontaarding (z degeneratie 1) en ontsluierde de ware aard van thrombose en embolie. In 1847 stichtte hij (met Reinhardt) het Archiv für pathologische Anatomie und Physiologie und für klinische Medizin.Ook op andere gebieden ontplooide Virchow een grote werkzaamheid. In 1862 werd hij lid van het Pruisische Huis van Afgevaardigden; hier behoorde hij tot de oprichters en leiders der „Fortschrittspartei”. Van 1880-1893 had hij zitting in de Rijksdag. Grote belangstelling toonde hij voor praehistorie en anthropologie; hij deed onderzoekingen over paalwoningen in Pommeren en de Mark, nam deel aan opgravingen en deed o.a. in 1881 anthropologisch onderzoek in de Kaukasus. In 1869 stichtte hij het Duits anthropologisch Genootschap.
Bibi.: Vorlesungen üb. Pathologie (dl I: Cellularpathologie, 4de dr., 1871, dl II-IV: Die krankhaften Geschwülste, 1863-1867); Handb. d. speziellen Pathol. u. Therapie (m. anderen, 3 dln, 1854-1862); Gesamm. Abhandlungen z. wissensch. Medizin (2de dr., 1867); Sektionstechnik (4de dr., 1893); Lehre v. d. Trichinen (3de dr., 1866); Die Freiheit d.
Wissenschaft im modernen Staat (1877); Gesamm. Abhandlungen aus dem Gebiete d. öffentl. Medizin u. d. Seuchenlehre (2 dln, 1879); Ueber die Weddas von Ceylon (1881); Briefe V.’s an seine Eltem 1839-1864 (uitg. d. z. dochter, 1907, Ned. vert. 1944)
Lit.: G. A. Pekelharing, R. V., in: Mannen van beteekenis, XIV, 2 (Haarlem 1883); v. Adrian-Werburg, V. als Anthropologe (1915); C. Posner, R.
V. (1921); W. Pagel, V. und die Grundlagen der Medizin des 19. Jahrh. (1931); H. Unger, V., ein Leben für d. Forschung (Hamburg 1953).