Waals beeldhouwer (Feluy, Henegouwen, 15 Dec. 1865), vond zijn eerste werkgelegenheid aan de reusachtige bouw van het Paleis van Justitie te Brussel. Hij volgde toen ook de lessen van beeldhouwer Van der Stappen aan de Academie te Brussel.
Voor zijn eerste belangrijke werk „Kwelling der Gedachte” kreeg hij, in 1890, de Godecharle-Prijs, die hem in staat stelde te reizen (Parijs, Londen, Italië). Zijn œuvre is zeer aanzienlijk: architectonische werken, figurencomposities, koppen en busten. Al wat hij voortbrengt is geladen met gevoel en gedachte: „Demeter”, „Dertigjarige Vrouw”, „De Lezer”, „Het Leven tegemoet”, „De Zusters der Illusie”. Dit laatste werk kan als de beste synthese van zijn inzichten gelden. Het is een samenstelling van drie naakte meer dan levensgrote vrouwenfiguren. Merkwaardig zijn de marmeren busten van koningin Elizabeth, van prinses Marie-José, van kunstenaars als Meunier, Victor Giraud en Eugène Ysaye.
Hij werd professor aan de Academie voor Schone Kunsten te Brussel en lid van de „Académie Royale de Belgique”. Ofschoon thans zeer bejaard, werkt hij nog steeds. Zijn tekenwerk bedraagt meer dan 3000 bladen. Hij is ook schrijver en dichter, maar gaf niets uit.PROF. DR JOZEF MULS
Lit.: Albert Mockel, V. R. in La Plume (1904); Marguerite Devigne, V. R. (Bruxelles 1920); Jozef Muls, V. R. in: Het Rijk der Stilte (Amsterdam 1920).
