Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROEM, mohammed

betekenis & definitie

Indonesisch staatsman (Parakan, Kedoe, 16 Mei 1908), behaalde aan de Rechtshogeschool te Batavia de meesterstitel, vestigde zijn rechtspraktijk te Batavia, werd 28 Febr. 1940 advocaat en procureur bij het Hooggerechtshof van Ned.-Indië en bleef gedurende de Japanse bezetting in de advocatuur werkzaam. Roem was vóór de Pacific-oorlog leider van godsdienstige en sociale organisaties, werd in 1942 juridisch adviseur van de Perhimpoenan Dagang Indonesia te Poerwakarta.

In 1946 trad hij toe tot de groep van vooruitstrevende jongeren in de Masjoemi, waarvan hij in Juli 1947 vice-voorzitter werd. Na de uitroeping van de Republiek op 17 Aug. 1945 werd Roem lid van het Komite Nasional Indonesia en vice-voorzitter van het voorlopig Parlement. In het 1ste, 2de en 3de kabinet-Sjahrir trad hij op als minister van Binnenlandse Zaken. Als lid van de Republikeinse delegatie ondertekende hij 25 Mrt 1947 het Linggadjati-verdrag.Op 11 Nov. 1947 nam Sjariffoeddin hem op in zijn regering, wederom als minister van Binnenlandse Zaken. In de totstandkoming van de Van Royen-Roem-verklaring van 7 Mei 1949 had hij een belangrijk aandeel. Ter Ronde Tafel Conferentie nam Roem zitting in de Centrale Commissie, bestaande uit leden der delegaties. In het 1ste kabinet van de Verenigde Staten van Indonesië trad hij op 20 Dec. 1949 op als minister zonder portefeuille. Reeds op 11 Jan. 1950 werd hij benoemd tot Hoge Commissaris voor Indonesië in Nederland. 16 Sept. 1950 riep zijn land hem terug: Natsir wenste hem als minister van Buitenlandse Zaken in zijn kabinet. Van de regering-Wilopo maakte Roem deel uit als minister van Binnenlandse Zaken (Mrt 1952).

< >