Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RIJNBOND

betekenis & definitie

1. (Frans: Alliance du Rhin), statenbond, 15 Aug. 1658 gesloten tussen de keur-bisdommen van Mainz en Keulen, de bisschop van Munster, de graaf van Palts-Nieuwburg, de landgraaf van Hessen-Kassel, de hertog van Brunswijk en de koning van Zweden (voor Bremen en Verden). Het doel was handhaving van de Munsterse vrede.

Het verbond, dat zich richtte tegen het Huis Habsburg, was een succes voor de Franse diplomatie (zie Mazarin). De volgende dag trad Frankrijk ook toe. Zo ook andere Duitse vorsten in de loop der volgende jaren, o.a. Brandenburg in 1665. Onder invloed van de machtstoeneming van Frankrijk in de Devolutie-oorlog werd de Rijnbond in 1667 (15 Aug.) opgeheven. Dit werd het uitgangspunt voor de ontwikkeling, die uitliep op De Witt’s en Temple’s Triple Alliantie.2. (Frans: Confédération du Rhin) statenbond, 12 Juli 1806 gesloten tussen 16 Zuid- en Westduitse vorsten: vnl. die van Beieren, Württemberg, Baden, Berg, Hessen-Darmstadt en de voormalige keurvorst van Mainz, aartskanselier von Dalberg, die vorst-primaat van de Bond werd. De oprichting van de Rijnbond had in Aug. de opheffing van het Rooms-Duitse rijk ten gevolge.

De voornaamste bepaling van de Bondsacte was, dat de verbondenen met elkaar en met de Franse keizer een of- en defensief verbond aangingen, dat Beieren 30.000 man, Württemberg 12.000, Baden 8000, Berg 5000, Hessen-Darmstadt 4000, de overige bondsvorsten samen 4000 en Frankrijk 200.000 man beschikbaar zouden stellen. Hierdoor was Napoleon I „beschermheer” van de Rijnbond geworden. In de volgende jaren traden ook Saksen, de beide Mecklenburgen, Oldenburg, Westfalen en andere Duitse middenstaten toe. In 1811 omvatte de Rijnbond een gebied van 326.000 km met 14½ millioen inw., die een contingent van 198.000 man moesten leveren. In 1813 is de Rijnbond weder te gronde gegaan, doordat de vorsten, die er lid van waren geweest, na van Napoleons bescherming te hebben geprofiteerd door het incasseren van buitengewone gebiedsvergrotingen, zich bij diens val, ten einde deze aanwinsten te behouden, plaatsten onder de bescherming van von Metternich; de beide Mecklenburgen, Anhalt en Beieren vóór, de rest na de slag bij Leipzig.

Ondanks de vernederende positie, die de Rijnbond onder Franse opperhoogheid heeft ingenomen, is zijn historische betekenis deze geweest, dat in de landen, die er deel van uitgemaakt hebben, belangrijke administratieve en burgerrechtelijke hervormingen ingevoerd werden, die zijdelings ook de latere eenwording van Duitsland ten goede kwamen.

Lit.: Servières, L’Allemagne française sous Napoléon I (1904); Bitterauf, Geschichte des Rheinbundes (1905).

< >