of Keur-Hessen, gedeelte van de Pruisische provincie Hessen-Nassau, was tot 1866 een afzonderlijk keurvorstendom. Het ontstond in 1567 (z Hessen, 1 en 2).
In 1715 huwde landgraaf Frederik I met Ulrike Leonore, zuster van Karel XII van Zweden, en volgde in 1720 als Zweeds koning op. Zijn broeder Willem VIII werd in 1751 landgraaf van Hessen. Bij de „Reichsdeputationshauptschlusz” van 1803 werd Willem IX enig gebied van het voormalige keurvorstendom Mainz toegewezen, benevens de keurvorstelijke waardigheid (Willem I). Aangezien hij zich echter in de oorlog van 1806 bij Pruisen aansloot, verloor hij bij de Vrede van Tilsit zijn land, dat deel ging uitmaken van het koninkrijk Westfalen. In Nov. 1813 kreeg hij het terug. Sedert 1816 riep hij zijn landsstenden niet meer bijeen en werd Hessen-Kassel als een absolute monarchie geregeerd.
De rest van de geschiedenis van dit „keurvorstendom”, dat deze titel behield, ofschoon er geen keizers meer te kiezen vielen, vertoont slechts conflicten tussen regering en volk. In 1830 kwam er oproer tegen de verkwistingen van Willem II. Een nieuwe grondwet van 5 Jan. 1831 verbeterde niets. Het gedwongen liberale tussenspel van 1848-1850, dat de Hessische Metternich, von Hassenpflug*, zijn ontslag bezorgd had, leidde tot Bondsinterventie vóór, maar ook tot Pruisische inmenging tegen de regering. Te Ollmütz moest Pruisen echter beloven zijn troepen terug te trekken. Hassenpflug was wederom baas (tot 1855).
In 1862 werd de constitutie van 1831 hersteld. De laatste keurvorst Frederik Willem werd, nadat hij zich in 1866 aan Oostenrijks zijde gesteld had, als krijgsgevangene naar Stettin gebracht en Hessen-Kassel bij Pruisen geannexeerd (17 Aug.).Lil.: Ph. Losch, Gesch, des Kurfürstentums H. 1803 bis 1866 (1922); H. Reimer, Hist. Ortslexikon f. Kurhessen (1923); Mein Hessenland. Heimatkunde v.
Gau Kurhessen (1938); J. Rebholz, Neue Heimatk. d. Gaue Hessen-Nassau u. Kurhessen (1938); E. Hübsmeyer, Kurhessen (1940).