Nederlands dichter en prozaïst (Londen ca 1550 - Antwerpen kort na 26 Febr. 1640), studeerde te Oxford en week als Rooms-Katholiek ca 1580 uit naar Frankrijk, waar hij enige jaren te Parijs als drukker werkzaam was. In 1588 ontving hij een Spaans pensioen.
Van 1592-’95 was hij de leider van de Spaanse spionnagedienst in Engeland. Tot 1610 schreef hij, vnl. in het Engels, een aantal pamfletten, stichtelijke en oudheidkundige werkjes. Nadien zagen nog 17 Nederlandse geschriften het licht, merendeels anti-Calvinistische satire. Verstegen is de voornaamste vertegenwoordiger van de Contrareformatorische letterkunde in de Zuidelijke Nederlanden.Bibl. (voorn, werken): Characteren oft scherpsinnighe Beschrijvinge vande Proprieteyten, oft eygendommen van verscheyden persoonen(1619, verm. dr. 1622); Epigrammen (1617, 1624, 1641).
Lit.: E. Rombauts, Richard Verstegen, een polemist der Contra-Reformatie (Brussel 1933); W. J. G. Buitendijk, Het Calvinisme in de spiegel van de Zuidnederl. Lit. der ContraReformatie (Groningen-Batavia 1942); Idem, in: Nieuwe Taalgids 1953.