godgeleerde (Schotland? - Parijs 10 Mrt 1173), was sedert 1162 prior van het klooster St Victor te Parijs. Hij trachtte de zekerheid der kerkelijke leerstellingen te bevestigen door een mystieke behandeling daarvan.
Hij onderscheidt denken (cogitatio), nadenken (meditatio) en contemplatio als geestelijk schouwen en erkent dan weer 6 graden van contemplatie, eindigend in de mystieke extase en helderzien, waarin de geest bevrijd van zichzelf met het object der beschouwing een wordt (alienatio mentis).Bibl.: uitg. zijner werken bij J. P. Migne, Patr. Lat., dl 177 en 196.
Lit.: E. Kulesza, La doctrine mystique de R. de St V. (St-Maximine 1925); C. Ottoviano, R. de St V., la vita, Ie opere, il pensiero (Roma 1933); M. Lenglart, La théorie de la contemplation mystique dans l’œuvre de R. de St V. (Paris 1935).
