Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHOUWEN

betekenis & definitie

vormt met Duiveland tegenwoordig één eiland van de provincie Zeeland, in het N. begrensd door de Grevelingen en het Brouwershavensche Gat, in het O. door het Keeten, Mastgat en Zijpe, in het Z. door de Oosterschelde en in het W. door de Noordzee. Het aantal inw. bedraagt (1952) 23.875, die vnl. van landbouw, visserij en kleinhandel leven.

Het voornaamste centrum is Zierikzee. Tegen de zee wordt het eiland door een reeks duinen beschermd (ten W. van Haamstede het breedst, nl. ca 4500 m), terwijl aan de drie overige zijden zware dijken zijn aangelegd.Op enkele plaatsen nemen de duinen door stroomverandering af, terwijl op weer andere punten aanwas merkbaar is. Het verplaatsen der duinen door verstuiving in oostelijke richting is tot staan gebracht door vastlegging, o.a. door de aanleg van een groot boscomplex. De zeedijken worden op de gevaarlijke punten door kostbare zinkstukken versterkt, ten einde landverlies te voorkomen.

Vroeger bestond Schouwen en Duiveland uit drie eilanden, t.w. Schouwen, Duiveland en Dreischor. Als gevolg van sterke aanslibbing kon in 1374 het noordelijk gedeelte van de Gouwe, stromend tussen deze eilanden, worden bedijkt.

In 1610 werden de eilanden Schouwen en Duiveland met elkaar verbonden, terwijl alleen door sluizen de scheepvaart door het Dijkwater (zoals het afgesloten gedeelte van de Gouwe genoemd wordt) werd mogelijk gemaakt. Ca 1900 werd het Dijkwater afgesloten en ging men over tot inpoldering. De bodem van het eiland Schouwen-Duiveland, bestaande uit klei, zavel en zandgronden is zeer vruchtbaar. Landbouw en fruitteelt zijn de bronnen van bestaan. De fruitteelt wordt vnl. in het W. van het eiland uitgeoefend. De mossel-, oester- en kreeftenvisserij is van groot belang voor Bruinisse en Zierikzee.

In Brouwershaven floreert de garnalenvisserij en wordt een garnalenpellerij geëxploiteerd. Het toerisme geeft een bron van bestaan voor het aan natuurschoon rijke W. van het eiland.

De watersnood van 1 Febr. 1953 heeft het eiland zeer zwaar geteisterd (zie ook Zeeland).

Lit.: A. J. F. Fokker, S. vóór 1600, 2 dln (Zierikzee 1909); G. M. Fey, Verzet, S.-D. in de frontlinie (ald. 1945); P.

D. de Vos, Uit S. en D.’s verleden (ald. 1947); A. de Vin, Het dialect v. S.-D., diss., Leiden (1952).

< >