Nederlands handelsrechtsgeleerde (Arnhem 9 Juni 1881 - Rotterdam 30 Juni 1934), studeerde te Leiden, waar hij in 1906 met lof promoveerde op proefschrift De omvang van de te vergoeden schade bij niet-nakoming van verbintenissen en bij onrechtmatige daad; was advocaat en procureur te Haarlem 1906-1918; daarna hoogleraar in burgerlijk en handelsrecht te Rotterdam (1918-1934) en redacteur van het Weekblad van het Recht (1927-1934). Hij is de samensteller van een degelijk, maar thans verouderd boek over wisselrecht en bewerker van de 2de dr. (met Star Busmann) van Molengraaff’s standaardwerk over het faillissement.
Lit.: Redactie in W. 12769 en 12770; J. C. van Oven in N.J.B. 1934, blz. 452.