vormen de families Ardeidae, Balaenicipitidae en Scopidae en behoren met de Ooievaarsvogels* tot de orde Gressores der Vogels*. Tegenover de Ooievaarsvogels zijn de Ardeidae en de Scopidae o.a. gekenmerkt doordat de nagel van de middenteen gekamd is.
Tot de Scopidae behoort de enige soort Scopus umbretta, de Ombervogel, onder meer gekenmerkt doordat de bovensnavel in een haak eindigt. De Ombervogel leeft in Afrika en Madagascar. Ook de Balaenicipitidae bevatten slechts één soort: Balaeniceps rex, een zeer grote vogel met zeer brede, eveneens in een haak eindigende snavel, die in het bovenstroomgebied van de Nijl leeft.Tot de Ardeidae behoren de inlandse soorten: Ardea cinerea, de Blauwe Reiger, die vrij algemeen is en in kolonies broedt. Deze soort heeft een grote verspreiding in de Oude Wereld en komt ook in Indonesië voor. De Purperreiger (A. purpurea) broedt in Nederland op enkele plaatsen in riet. Een nauw verwante ondersoort komt in Indonesië voor. De Grote Zilverreiger (Egretta alba) en de Kleine Zilverreiger (Egretta garzetta) worden ook wel Aigrette reigers genoemd en broeden in warme streken van bijna de gehele wereld. In Nederland zijn zij slechts enkele malen waargenomen.
Ook de Ralreiger (Ardeola ralloides) is in Nederland een zeldzame gast. De Kwak (Nycticorax nyctieorax) in vroeger tijden een algemene broedvogel in Nederland, broedt thans op één enkele plaats in de Biesbos. Ook van de Kwak komt een ondersoort in Indonesië voor. Het Woudaapje (Ixobrychus minutus) is een miniatuur-reigertje, dat in rietlanden voorkomt, maar in Nederland een vrij zeldzame broedvogel is. Verwante soorten komen in Indonesië voor. De Roerdomp (Bolaurus stellaris) is een vrij algemene broedvogel in grote rietplassen.
Deze soort is over een groot deel van Europa en Azië verspreid. Een deel dezer vogels trekt in Nederland ’s winters weg. De winterkwartieren van de Noordaziatische exemplaren liggen vrij zuidelijk. Enkele malen is de Roerdomp zelfs in Indonesië waargenomen.
PROF. L. F. DE BEAUFORT