hoofdstad van de gelijknamige Italiaanse provincie (groot 3194 km2 met 659 400 inw.), aan de zuidpunt van het landschap Calabrië gelegen, aan de Straat van Messina, telt 144 300 inw. Op 28 Dec. 1908 werd de stad door een aardbeving geheel verwoest, waarbij 35 000 mensen ten onder gingen.
Nadien werd de stad herbouwd. Reggio di Calabria is zetel van een aartsbisschop en van een Kamer van Koophandel en heeft wijnbouw, zijde- en zuidvruchtenteelt.Geschiedenis.
Reggio was oorspronkelijk een Griekse kolonie uit de 8ste eeuw v. Chr. In 386 v. Chr. werd het verwoest door Dionysios van Syracuse. In 270 v. Chr. sloot het zich bij Rome aan en heette toen Rhegium. In 410 werd het door Alarik belegerd en verwoest, in 548 door Totila ingenomen en daarna door de Byzantijnse keizer veroverd.
In 918 viel het in handen der Saracenen, die er in 1006 streden tegen de burgers van Pisa. In 1059 werd het door Robert Guiscard aan de Byzantijnen en in 1282 door Peter van Aragon aan Karel I van Anjou ontrukt. In 1543 verwoestten de Turken de gehele kuststreek en verbrandden de stad; in 1783 en in 1908 werd de stad door een aardbeving geheel vernield. 20 Aug. 1860 stapten de Garibaldianen na de verovering van Sicilië in de nabijheid van Reggio aan wal en versloegen de koninklijke troepen, die 2 dagen daarna de stad en het fort overgaven. In 1943 werd Reggio, dat door talloze bombardementen weer verwoest was, bezet door Britse strijdkrachten kort na de verovering van Sicilië.
