(Frans = vluchtelingen), Protestanten die na de opheffing van het Edict van Nantes (1685) Frankrijk verlieten. De meesten der ca 300 000 réfugiés, kooplieden en ambachtslieden, vestigden zich in de Nederlanden en Engeland, terwijl een kleiner aantal, adellijke personen, krijgslieden, geleerden, kunstenaars en handwerkslieden naar Zwitserland en Duitsland vertrokken.
Ook trok een aantal naar Zuid-Afrika. In de Nederlandse republiek kregen de réfugiés het recht een eigen classis in de Ned. Herv. Kerk te vormen: de Eglise Wallonne.Lit.: Algemeen: Ch. Weiss, Histoire des R. (2 dln, 1853). Nederland: W. E. J. Berg, De R. in de Nederlanden, na de herroeping v. h.
Edict v. Nantes, I: Handel en Nijverheid (Amsterdam 1845); H. J. Koenen, Geschied, v. d. vestiging en de invloed der Fransche Vluchtelingen in Nederland (Leiden 1846).